Anton Hafkenscheid is een grote naam op het gebied van onderzoek naar de therapeutische relatie. Niet alleen heeft hij meerdere boeken geschreven over het thema, ook is zijn onderzoekslijn gericht op het bestuderen van de relatie tussen therapeut en patiënt. Kortom, een absolute en hele sympathieke expert. Er is niemand zo bevlogen over dit bijzondere thema als hij. Met die voorkennis begon ik het boek ‘beter worden in je vak’ te lezen. Ik verwachtte een masterclass over het verbeteren van je therapeutische relaties met je patiënten en het effectief inzetten van meetinstrumenten om jezelf een nog betere therapeut te maken.
Het boek vervult deze verwachtingen maar gedeeltelijk. En de start is nog wel zo veelbelovend. Hafkenscheid gaat uitgebreid in op het belang van reflectie op je eigen functioneren, beschrijft helder de invloed hiervan op de relatie met je patiënt en welke invloed de therapeut daarop zou kunnen hebben. Uit zijn grondige analyses blijkt in alles dat Hafkenscheid een bevlogen wetenschapper is. Hij legt kraakhelder uit waarom RCTs en ‘ROMmen’ niet altijd de beste manier is om een behandeleffect te meten. Hij legt uit wat de valkuilen en beperkingen zijn van veel onderzoek, wat de invloed is van commerciële belangen op (psychotherapeutische) onderzoeksresultaten en hij geeft een verfrissend en overtuigend betoog waarom de therapeutische relatie de krachtbron moet zijn van iedere psychotherapie.
Tegelijkertijd gaat Hafkenscheid ook de psychotherapeutische diepte in. Hij benadrukt het belang van enige wrijving in de therapeutische relatie. Dat is een van de ingrediënten die nodig zijn voor groei en verandering. Enerzijds empathie, begrip, vertrouwen en veiligheid, maar anderzijds ook wrijving, confrontatie en eerlijkheid. Ook dat zijn belangrijke aspecten van een goede therapie.
Na deze krachtige inleiding verliest het boek zijn flow. En dat is jammer. Het grootste gedeelte van het boek vol staat van instrumenten om de therapeutische relatie te meten. Zoveel zelfs dat je door de hoeveelheid instrumenten niet meer weet welk instrument je nu het beste kunt gebruiken. Het wordt daardoor eerder een review van instrumenten dan dat het praktische tips geeft om overspannen hulpverleners te helpen tijd vrij te maken om te kunnen reflecteren op hun werk en de effecten te onderzoeken van hun communicatie op de patiënt.
Hafkenscheid probeert duidelijk te maken wat een hulpverlener het meeste nodig heeft; tijd en ruimte om te kunnen reflecteren. Dat staat echter haaks op de ingetreden marktwerking. Tijd voor reflectie op jezelf en je patiënten levert geen DBC-geld op. En dat is juist in de huidige tijd iets waar de focus op is. Declaribiliteit is veel belangrijker dan effectiviteit (het minimaal-80%-directe-tijd-declareren adagium). Hafkenscheid gaat daar wel op in, maar in de huidige productie-GGZ is het creëren van tijd voor reflectie praktisch onmogelijk voor de meeste hulpverleners. Bovendien, managers zullen het afkeren.
Kortom, het boek van Hafkenscheid is rijk gevuld met kennis en kunde over de therapeutische relatie. Echter, hij staat te lang stil bij de optocht aan meetinstrumenten. Dat is spijtig. De meeste hulpverleners hebben niet de energie of kennis om stil te staan bij psychometrische eigenschappen. Een goede redacteur had Hafkenscheid hiermee een goede dienst kunnen bewijzen door het boek wat meer te sturen. En dat is een belangrijke taak voor een redacteur. Hoe transformeer je Hafkenscheid van een bevlogen wetenschapper naar een enthousiaste verteller die je meeneemt naar de spreekkamer van de therapeut. Als daarbij ook nog een toolbox wordt geboden met klinische handvatten, evenals een samenvattende lijst met de belangrijkste tips en adviezen voor jonge therapeuten, dan zou het boek een groter publiek aanspreken.
Ik hoop dat dit boek een voorbode is op meer werk. Dan hoop ik dat Hafkenscheid wat meer los komt van de wetenschapper. De kennis die door hem wordt gepresenteerd is namelijk essentieel voor de behandelkamer van iedere therapeut en heeft de potentie om een groot verschil te gaan maken in de GGZ.
Referentie