Enthousiast als ik raakte toen dit boek “Immuno-Psychiatry” werd aangekondigd, krabde ik me toch even achter de oren toen het op de virtuele deurmat viel: hoe ga ik dit omvangrijke boekwerk in een handzaam artikel samenvatten? Het wordt een vogelvlucht waar DJP je graag in meeneemt.
Het boek is handzaam onderverdeeld in drie delen. Daarin worden achtereenvolgend diverse immunologische processen (12 hoofdstukken) en psychiatrische aandoeningen (9 hoofdstukken) centraal gesteld en als laatste wordt stil gestaan bij immuunmodulerende behandelstrategieën voor psychiatrische ziektebeelden (5 hoofdstukken).
Een belangrijk uitgangspunt in het boek is dat er een bidirectioneel verband wordt verondersteld tussen immunologische en psychiatrische aandoeningen. Dit wordt onderbouwd in het eerste hoofdstuk aan de hand van diverse grootschalige studies. Het eerste hoofdstuk lezende groeide bij ondergetekende de behoefte om wat kennis op te frissen, want hoe zat het ook alweer precies met aangeboren en verworven afweer? De uitleg hierover volgt alsnog in hoofdstuk 2 bleek gaandeweg.
Na deze opfrissing lezen we over de lange termijn gevolgen van vroegkinderlijke stress op de aangeboren en verworven afweer, over immunologie als gemeenschappelijke etiologie voor psychiatrische en somatische comorbiteit en over beeldvormend onderzoek bij neuro-inflammatie in de psychiatrie. Er blijken in deze onderzoeksgebieden veel ontwikkelingen gaande.
In de daarop volgende hoofdstukken wordt telkens een onderdeel van het immuunsysteem uitgelicht in relatie tot psychiatrie. Zo lezen we over het inflammasoom complex als potentieel aanknopingspunt voor nieuwe psychofarmacologische interventies en over de mogelijk mediërende rol van T-cellen in gen-omgevingsinteracties bij depressie, bipolaire stoornis en schizofrenie. Daarnaast kunnen we lezen hoe recente ontwikkelingen op het gebied van single-cell genomica en proteomica kunnen bijdragen aan een beter begrip van de rol van microglia bij het ontstaan van ondermeer schizofrenie en autisme spectrum stoornissen.
In de resterende hoofdstukken van het eerste deel worden de meest recente bevindingen uiteen gezet ten aanzien van humane endogene retrovirussen, het humaan leukocyt antigeen (HLA) complex, het complement systeem en het microbioom, alle in relatie tot diverse psychiatrische ziektebeelden.
In het tweede deel wordt per hoofdstuk een psychiatrisch ziektebeeld centraal gesteld. In de afgelopen jaren zijn er steeds meer aanwijzingen gekomen voor betrokkenheid van het immuunsysteem bij de diverse aandoeningen, zij het in verschillende mate per aandoening. Deze onderlinge relatie blijkt vaak complex en moeilijk te onderzoeken. Veel studies worden gekenmerkt door kleine sample sizes en een cross-sectioneel design: er is meer behoefte aan grotere, longitudinale studies.
In het derde en laatste deel worden potentiële immuunmodulerende therapieën beschreven. Ook hier waren de studies klein en de studiepopulaties heterogeen. Het breed spectrum antibioticum minocycline, diverse vetzuren, aspirine, oestrogenen en N-acetylcysteïne bieden mogelijk aanknopingspunten bij psychose. Bij depressie wordt gerichte modulatie van het microbioom door het gebruik van probiotica nader onderzocht, net als potentieel ontstekingsremmende voedingssuplementen zoals zink, kurkuma, omega-3 en andere meervoudig onverzadigde vetzuren. Bij ADHD worden eveneens probiotica en meervoudig onverzadigde vetzuren genoemd als targets voor toekomstig onderzoek.
Nutritional psychiatry maakt zijn opwachting, voorspellen de auteurs in het voorlaatste hoofdstuk. Daarin wordt ondermeer beschreven dat onze huidige voedsel-omgeving ongunstig is en als een soort katalysator werkt in het verwerven van voorkombare chronische ziektes.
In het laatste hoofdstuk wordt het belang van voldoende lichaamsbeweging besproken. Er zijn aanwijzingen dat dit via een anti-inflammatoir effect verbetering van klinische uitkomstmaten bewerkstelligt: het sterkst is dit aangetoond voor depressie-ernst.
Met Immuno-Psychiatry leveren de auteurs een razend interessant standaardwerk op. Zodra je weer helder op je netvlies hebt hoe het immuunsysteem ook alweer is opgebouwd, zijn de hoofdstukken goed te volgen. De veelal complexe materie wordt helder beschreven en waar nodig geïllustreerd aan de hand van fraaie, overzichtelijke figuren. Dat het zwaartepunt het meest op het eerste deel ligt en het minst op het derde deel, reflecteert wellicht de huidige wetenschappelijk stand van zaken: er lijkt nog een lange weg te gaan voordat immuunmodulerende behandelingen gemeengoed worden in de spreekkamer van de psychiater. Desalniettemin leent het boek zich goed voor naslag bij diagnostische dilemma’s en wanneer patiënten niet opknappen bij juist geïndiceerde behandelingen. Ook is het geschikt om consultatie van bijvoorbeeld een immunoloog goed voor te bereiden. Bovenal maakt het boek duidelijk dat het veld van de immunologie in relatie tot psychiatrie enorm in ontwikkeling is en daarmee veelbelovend voor de toekomst.
Referentie:
Immuno-Psychiatry: Facts and Prospects
Michael Berk, Marion Leboyer, Iris E. Sommer
Uitgeverij: Springer, 2021
ISBN: 978-3-030-71229-7 (e-book)
ISBN: 978-3-030-71228-0 (hardcover)
444 pag.
doi: 10.1007/978-3-030-71229-7