Van 5 t/m 7 april wordt het jaarlijkse Voorjaarscongres van de NVvP gehouden. Dit jaar met een belangrijk centraal thema; veerkracht! Wat is veerkracht en waarom is het zo’n belangrijk thema? Volgens de NVvP is veerkracht een dynamisch begrip: ‘Het gaat over ons vermogen om druk te hanteren en de vaardigheid van herstellen.’ Er zijn natuurlijk meer definities te bedenken. Hoe je veerkracht definieert hangt ook af van je vertrekpunt (moleculair, neurobiologisch, psychologisch, sociaal-maatschappelijk etc.) Daarover horen wij naar verwachting van 5 t/m 7 april meer in Maastricht. De definitie van de NVvP spreekt mij eerlijk gezegd als vertrekpunt wel aan. Het doet mij sterk denken aan wat ik afgelopen zomer heb gelezen in het boek ‘Stalen Zenuwen’ van Ger Post. Daarin geeft de auteur op aansprekende wijze antwoord op de vraag hoe topsporters presteren onder druk. Wat Post ons leert over de manier waarop topsporters hun weerbaarheid zouden moeten trainen, levert ook nuttige inzichten op voor de psychiatrie. De belangrijkste les uit het boek is dat wij nogal gestrest zijn over stress.
Tunnelvisie
Onder invloed van overmatige stress (angst of intense spanning) ontstaat de zogenaamde vernauwde blik. Wij zijn niet meer goed in staat om logisch te denken en nemen ook nog maar beperkt de omgeving waar. Onder hogedruk zijn mensen meestal onvermijdelijk geneigd om terug te vallen op de effecten van de overheersende emotie. We reageren dan primair, impulsief en intuïtief. Vaak dus met tunnelvisie en niet of nauwelijks nog vanuit de ratio. Waarom? Omdat de ratio te traag is in situaties waarin onmiddellijk handelen noodzakelijk is om te kunnen overleven.
Om te kunnen presteren op momenten van grote mentale en fysieke stress blijkt het gek genoeg meestal niet een kwestie van frequenter of zwaarder trainen, maar is het volgens Post belangrijker hoe je traint. Een topsporter moet bij zijn trainingen zoveel mogelijk de stress simuleren die lijkt op de stress die hij of zij typisch zal ervaren tijdens die belangrijke wedstrijd. Juist zo’n benadering maakt die topsporter weerbaarder en zou een beter trainingseffect opleveren. Alle tips en trucs die de sporter leren om de stress te verminderen zijn volgens Post weinig zinvol. Dergelijke trucs zijn vaak cognitief van opzet en vergen dus aandacht; deze aandacht kunnen wij op momenten van hogedruk (stress) helemaal niet extra leveren. Dan is immers ons ‘primitieve brein’ in the lead! Primair, impulsief en intuïtief.
Daarbij geeft het ons de overtuiging dat stress slecht voor ons is en tot een minimum zou moeten worden gereduceerd. Dat klopt dus niet; voor een topprestatie hebben wij een optimale hoeveelheid stress juist nodig. Volgens Post is het dus belangrijker om te leren omgaan met stress en veel minder zinvol om stress te reduceren. Sporters moeten dus voor een effectieve training de zware omstandigheden van de beoogde wedstrijd opzoeken. Ger Post zegt het in zijn boek zo: “Als je gelukkig wordt van een training, is het tijd om het jezelf moeilijker te maken.” In zijn boek onderbouwt Post zijn stelling met aansprekende voorbeelden.
Positieve psychiatrie
Positieve psychiatrie is actueel. De benadering vanuit de gedachte ‘wat is er nodig om patiënten adaptief te maken’, lijkt vruchten te kunnen afwerpen. Het is doelgericht, oplossingsgericht en gaat waarschijnlijk minder gepaard met hospitalisatie. Je zou het kunnen vergelijken met het verschil tussen een benadering vanuit ‘het glas is half vol’ versus ‘halfleeg’. In het verlengde hiervan levert het boek van Post nuttige inzichten over wat hij het ‘stressmonster’ noemt. Stress wordt tegenwoordig te vaak en te veel afgeschilderd als een gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid, terwijl er ook veel goede effecten van stress uit kunnen gaan. Zo is het opvallend dat uit onderzoek van de Britse psycholoog Stephen Joseph blijkt dat veel overlevenden van de ramp met de veerboot Herald of Free Enterprise eind jaren ’80, juist positieve effecten op hun leven rapporteerden. De meerderheid van de overlevenden ervaarden daarna elke dag als een bonus en waren als persoon meer begripvol en toleranter geworden. Iets vergelijkbaars zou zijn gebleken uit een studie naar de prevalentie van PTSS bij militairen uitgezonden naar oorlogsgebieden. In die studie ontwikkelde 10 tot 30% van de militairen symptomen van een PTSS, depressieve stoornis, angststoornis of aanpassingsprobleem. 70% ontwikkelde dus géén stoornis of herstelden!
Veerkracht is geen buitengewoon fenomeen, maar komt juist vaak voor. Wij zijn gemiddeld genomen heel goed in het omgaan met stress en onze prestaties kunnen er mogelijk zelfs door verbeteren. Waarschijnlijk is het omgekeerde ook waar; aandacht voor stress als een negatieve factor in ons lichamelijk en geestelijk welzijn, heeft een nadelig effect op onze gezondheid. Of zoals Post het in zijn boek noemt: “We zijn gestrest over stress.”
Hij vergelijkt het met het omgekeerde van het placebo-effect; het nocebo-effect. Het nocebo-effect is bekend vanuit o.a. geneesmiddelenonderzoek. Bijwerkingen van medicijnen worden door patiënten opvallend vaker ervaren als deze patiënten vooraf zijn geïnformeerd over deze vaak negatieve effecten. Of bij operaties; de postoperatieve klachten die worden genoemd in een brochure voorafgaand aan de operatie worden ook daadwerkelijk frequenter ervaren dan bij patiënten die vooraf niet waren geïnformeerd over deze postoperatieve klachten. Een vergelijkbaar fenomeen zou ook weleens kunnen optreden bij het fenomeen ‘stress’. Alle negatieve verwachtingen over stress die dagelijks via kranten, nieuwsberichten en overige media bij ons worden ingeprent, maken dat wij stress ook vooral als iets negatiefs beleven. Stress is iets dat moet worden verminderd. Post legt in zijn boek uit dat het ook hier mogelijk toch een stuk genuanceerder ligt en wij juist vooral ook kunnen groeien van stress.
De mens is in essentie veel weerbaarder dan wij vaak denken en verlies van weerbaarheid ligt waarschijnlijk aan de wieg van veel psychische klachten. Veerkracht is dus terecht het gekozen thema voor het Voorjaarscongres 2017.
Referenties:
- Ger Post (2016). Stalen zenuwen; hoe topsporters presteren onder druk.
- Joseph, S. (2011) What doesn’t kill us: The new psychology of posttraumatic growth. New York: Basic Books.
- Meichenbaum, D. (z.j.). Important facts about resilience: A consideration of research findings about resilience and implications for assessment and treatment. http://www.melissainstitute.org/documents/facts_resilience.pdf.