Behandeling met antipsychotica bij psychose is gebaseerd op klinische trials naar de effecten en veiligheid van deze middelen. Echter, er is onderzoek dat laat zien dat klinische trials onderhevig zijn aan verschillende vormen van bias. Een van deze vormen is outcome reporting bias, dat wil zeggen dat gepubliceerde resultaten (met name de uitkomstmaten) anders zijn dan wat er oorspronkelijk gepland was. Dat kan komen omdat er een druk is om significante of positieve resultaten te publiceren.
Opzet
Onlangs schreven twee DJP redactieleden (Jurjen Luykx en Christiaan Vinkers) een systematische studie in Translational Pyschiatry waarin outcome reporting bias bij RCT’s naar antipsychotica werd onderzocht. Hiervoor werd in de studieregistratie database ClinicalTrials.gov gezocht naar studies over (atypische) antipsychotica bij patiënten met een psychotische stoornis tussen 2006 en 2013. Er werden 48 studies gevonden waarvan primaire en secundaire uitkomstmaten geregistreerd in protocollen werden vergeleken met de gepubliceerde uitkomstmaten.
Resultaat
Het resultaat was erg opvallend: Ongeveer 85% van de studies naar antipsychotica week af van de in het protocol opgestelde uitkomstmaten. In 23% van de gerandomiseerde studies betrof dit het toevoegen, weglaten of veranderen van een primaire uitkomstmaat en in 81% van de studies waren secundaire uitkomstmaat gewijzigd ten opzichte van vooraf geregistreerde uitkomstmaten. Met name bij uitkomstmaten aangaande veiligheid van antipsychotica, werden uitkomstmaten onvolledig vooraf opgesteld. Zo bleken er in de publicaties gemiddeld 5,5 keer meer uitkomstmaten over veiligheid genoemd te worden dan vooraf vastgelegd. Er was geen duidelijke relatie tussen outcome reporting bias enerzijds en financiering vanuit de farmaceutische industrie of de richting van de resultaten van de geïncludeerde trials (positieve/significante resultaten) anderzijds. Daarnaast werd er in een deel van de protocollen tussentijds wijzigingen doorgevoerd in de geregistreerde uitkomstmaten na de start van het klinisch onderzoek, namelijk bij 14% van de primaire en 44% van de secundaire uitkomstmaten. Ten slotte werd bijna de helft van alle studies (48%) pas na de startdatum van de studieperiode op ClinicalTrials.gov geregistreerd, dit terwijl internationale richtlijnen aangeven dat studies voorafgaand aan de start van het onderzoek (prospectief) hun protocol dienen te registreren.
Besluit
Deze resultaten laten zien dat onderzoekers in veel gevallen niet publiceren wat ze oorpronkelijk van plan waren. Met andere woorden: er is een grote mate van outcome reporting bias in klinische studies naar antipsychotica. Het belangrijkste risico hiervan is dat gunstige effecten van antipsychotica worden overschat en negatieve effecten/bijwerkingen worden ondergerapporteerd. Hoewel de registratie van onderzoeken waardevol kan zijn om selectieve publicatie van uitkomstmaten te voorkomen, dient er meer controle plaats te vinden op het registreren en navolgen van deze studieprotocollen. Hiermee wordt volledige informatie en openheid over de effecten en veiligheid van antipsychotica gewaarborgd – en dat is hard nodig.