Waarom dit onderzoek?
Waar moet wetenschappelijk onderzoek naar psychische hulp in humanitaire crisissituaties zich de komende tien jaar op richten? Dit is de ambitieuze vraag die Tol et al. [1] proberen te beantwoorden in hun artikel in de Lancet Global Health. De eerste auteur had zichzelf en experts in het veld deze vraag ook al eens gesteld in 2011 [2] en nu, twaalf jaar later, was het tijd voor een update.
Bij humanitaire hulp aan door oorlog of natuurrampen getroffen gebieden wordt van oudsher vooral gedacht aan medische noodhulp, voedselvoorziening of het opzetten van tenten en sanitaire voorzieningen. De afgelopen decennia is echter het belang van psychische hulp (mental health and psychosocial support, MHPSS) op dit soort plekken steeds meer naar voren gekomen. Daarom is ook het aantal studies naar MHPSS toegenomen. Een belangrijk aspect van elk wetenschappelijk onderzoek, en zeker ook bij onderzoek in humanitaire crisissituaties, is dat de uitkomsten van onderzoek ook daadwerkelijk praktisch toepasbaar zijn op plekken waar per definitie een gebrek aan middelen is. Met andere woorden, bereiken de resultaten uit de ivoren torens van de wetenschap daadwerkelijk de mensen die (soms letterlijk) met hun voeten in de modder staan?
Onderzoeksvraag
De onderzoekers hadden twee vragen:
- Wat zijn de onderzoeksprioriteiten op het gebied van MHPSS voor 2021-2030?
- Welke veranderingen zijn er opgetreden in deze prioriteiten in de afgelopen tien jaar, in vergelijking met de laatste studie uit 2011?
Hoe werd dit onderzocht?
Er werd gebruik gemaakt van de Delphi-methode om tot consensus te komen over de belangrijkste onderzoeksvragen voor de komende jaren. In fase 1 van het onderzoek werd met een groep van ervaringsdeskundigen uit Indonesië, Uganda en Libanon interviews en focusgroepen gehouden om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Daarnaast werd een panel van MHPSS experts uit zowel hoge-als lage-inkomenslanden betrokken via email en online vragenlijsten en werd er een sociale media campagne opgezet om mensen te werven voor deelname aan zogenaamde consultation groups onder leiding van humanitaire organisaties. Aan elk van deze drie groepen werd gevraagd om de naar hun mening 5-10 belangrijkste onderzoeksvragen in te vullen. Al deze vragen werden vervolgens door de onderzoekers in thema’s en subthema’s gegroepeerd.
In fase 2 van het onderzoek werden de expertpanelleden en de leiders van de consultation groups per email gevraagd om uit alle eerder verzamelde vragen een top 20 samen te stellen. Uit deze antwoorden maakten de onderzoekers vervolgens weer een top 20 van onderzoeksvragen.
In fase 3 van het onderzoek werden dezelfde personen die in fase 2 meededen gevraagd om de top 20 aan onderzoeksvragen te beoordelen aan de hand van vijf vooraf vastgestelde criteria: significantie (moet deze vraag beantwoord worden?), beantwoordbaarheid (is het mogelijk om deze vraag door middel van onderzoek te beantwoorden?) en toepasbaarheid (gaat het antwoord op deze vraag beleid en praktijk in humanitaire settings veranderen?). Vervolgens werd het gemiddelde van elk van deze criteria gebruikt om tot de uiteindelijke top 20 te komen.
Belangrijkste resultaten
Er werden door de drie verschillende groepen in totaal 1503 verschillende onderzoeksvragen opgeworpen. Deze waren onder te verdelen in zes hoofdthema’s: problem assessment and analysis, intervention benefits, research and information management, context, implementation and organisation of MHPSS interventions en special topics. Door middel van het hierboven beschreven selectieproces bleven er uiteindelijk twintig onderzoeksvragen over. Dit zijn de drie belangrijkste:
- Hoe kunnen we het MHPSS-personeel versterken in humanitaire omgevingen?
- Wat zijn de geschikte methoden om de uitkomsten en effecten (d.w.z. voordelen op korte en lange termijn) van MHPSS-interventies en -benaderingen te beoordelen?
- Hoe kunnen we MHPSS-monitoring-, evaluatie- en onderzoekssystemen effectief ontwikkelen in humanitaire omgevingen?
De gehele top twintig is in het artikel [1] te vinden.
Een interessante bevinding is dat vergeleken met de resultaten in 2011, de auteurs beschrijven dat de huidige onderzoeksvragen meer gericht zijn op implementatievraagstukken en gezondheidszorgsystemen, terwijl in de vorige studie de vragen meer gingen over de effectiviteit van bepaalde interventies. Praktische toepasbaarheid wordt, net als in 2011, belangrijker geacht dan basaal, fundamenteel onderzoek.
Ter vergelijking, dit is de top drie van 2011:
- Wat zijn de stressoren waarmee bevolkingen in humanitaire settings worden geconfronteerd?
- Wat zijn geschikte methoden om de geestelijke gezondheid en psychosociale behoeften van bevolkingsgroepen in humanitaire omgevingen te beoordelen?
- Hoe beschrijven en ervaren de getroffen bevolkingsgroepen zelf geestelijke gezondheidsproblemen en psychosociale problemen in humanitaire omgevingen?
Limitaties
Dit onderzoek zal een belangrijke richtlijn vormen voor onderzoeksagenda’s in humanitaire settings voor de komende jaren, en daarom is het belangrijk dat het de huidige behoeften in het veld goed weerspiegelt. Het is indrukwekkend dat de auteurs erin geslaagd zijn tot een lijst met relevante vragen te komen. Het onderzoek heeft echter een aantal beperkingen die niet (voldoende) worden benoemd in het artikel.
De auteurs hebben moeite gedaan om diverse groepen aan informanten te gebruiken om tot hun onderzoeksvragen te komen. Een probleem waar echter geen directe oplossing voor is, is dat de geraadpleegde informanten mogelijk toch blinde vlekken zullen hebben waardoor de agenda ondanks alle inspanningen van de auteurs toch niet tot de kern van het probleem komt. Een tweede tekortkoming van de studie is dat de gebruikte groepen van informanten bestaan uit belanghebbenden (het merendeel is immers werkzaam op het gebied van MHPSS) en dus mogelijk een financieel belang hebben bij het formuleren van de vragen. Verder is het onderzoek onder ervaringsdeskundigen uitgevoerd in de landen Indonesië, Libanon en Oeganda, maar wordt niet uitgelegd waarom voor deze landen gekozen wordt en in hoeverre deze representatief zijn voor de situaties in andere landen. Ook is het de vraag of er in het algemeen iets te zeggen valt over alle humanitaire settings als er zo’n variëteit is in lokale omstandigheden. Ten slotte kan worden afgevraagd of onderzoekers en beleidsmakers uit hoge-inkomenslanden zo’n belangrijke rol zouden moeten spelen in dit onderzoek, als de resultaten vooralsnog vooral gebruikt zullen worden in lage- en middelinkomenslanden.
Zelfs met deze beperkingen is het een zeer waardevol onderzoek en zal het veld veel baat hebben bij de uitkomsten.
Implicaties
De auteurs trekken vier conclusies uit hun onderzoek. Ten eerste benadrukken ze dat hun lijst van onderzoeksprioriteiten vooral een praktisch doel dient. De focus van de onderzoeksvragen ligt vooral bij implementatie en niet zo zeer op fundamenteel onderzoek, waardoor de lijst goed bruikbaar is in de praktijk. De tweede conclusie is dat MHPSS als onderzoeksgebied zich de afgelopen jaren steeds verder heeft ontwikkeld en ‘volwassen’ is geworden. Waar tien jaar geleden de onderzoeksvragen vooral gericht waren op ‘Waar liggen de problemen?’, gaan nu de vragen veel meer over ‘Hoe implementeren we dit?’.
Een derde conclusie die de auteurs trekken, is dat de resultaten van onderzoek dat wordt uitgevoerd in gecontroleerde settings mogelijk niet altijd bij de mensen in het veld terecht komt. Dit concluderen zij uit het feit dat op plek 7 in de top 20 nog altijd een vraag over effectiviteit van MHPSS interventies gesteld wordt, terwijl de auteurs stellen dat hierover de afgelopen jaren al zeer veel over gepubliceerd is. De laatste conclusie die de auteurs trekken is dat specifieke onderwerpen, zoals COVID-19 of de effecten van klimaatverandering niet hoog op de onderzoeksagenda staan.
Literatuur
1. Tol et al. (2023) Mental health and psychosocial support in humanitarian settings: research priorities for 2021–30. Lancet Global Health, vol 11 issue 6 e969-975
2. Tol et al. (2011) Research Priorities for Mental Health and Psychosocial Support in Humanitarian Settings. PLoS Med. 2011 Sep; 8(9): e1001096.