Deze column verscheen eerder in het juninummer van De Psychiater.
Berichten in de media over euthanasietrajecten bij psychisch lijden zijn vaak tragische verhalen die ons schokken. We weten als psychiaters heel goed dat mensen wanhopig kunnen zijn, geen uitweg meer zien en dat er soms ook geen reële behandeloptie is voor een psychiatrische aandoening die tot het ondraaglijk lijden leidt. We weten ook dat een euthanasietraject met de nodige zorgvuldigheidseisen is omgeven. We twijfelen er niet aan dat bij de mensen die euthanasie op psychische gronden krijgen, door meerdere collega’s uiterst zorgvuldig is gekeken naar behandelopties, wilsbekwaamheid, uitzichtloosheid van het lijden en dat daarbij ook is gekeken of andere dan medische zaken (zoals betekenisvolle relaties) redelijkerwijs verbetering kunnen brengen.
Toch wringt er iets. Blijft er in het debat ruimte voor het andere verhaal, de psychiater die worstelt met euthanasie op grond van psychisch lijden, de psychiater die meent dat euthanasie bij psychische problematiek niet of uiterst zelden mogelijk moet zijn? De fundamentele discussie of euthanasie bij psychische problematiek mogelijk is, wordt onder vakgenoten al lang gevoerd. Het standpunt dat psychische problematiek helemaal niet of alleen bij uiterste uitzondering reden kan zijn tot euthanasie lijkt afgaand op alle mediaberichten inmiddels een minderheidsstandpunt.
Ook in de samenleving lijkt vrij breed geaccepteerd dat euthanasie bij psychische problematiek mogelijk moet zijn. Verhalen in de media dragen hiertoe bij, ook al omdat verhalen van mensen bij wie het euthanasieverzoek werd afgewezen of die er zelf van afzagen, slechts een enkele keer in de krant verschijnen. Denkbaar is dat eenzijdige mediaberichtgeving kan leiden tot een toename van euthanasievragen (die niet per se gehonoreerd worden), zoals ook een gepleegde suïcide gemakkelijk tot meerdere suïcides in de directe omgeving kan leiden. Wim Winthorst en anderen wijzen in dit kader op de explosieve emotionele dynamiek die bij euthanasievragen een rol speelt.
Psychiaters die een behoudend standpunt aanhangen over euthanasie, zullen uiteraard niet actief betrokken zijn bij de euthanasiepraktijk en lijken een weinig actieve rol te spelen bij de discussie over criteria en zorgvuldigheid. Logischerwijs kan dit leiden tot verdere verruiming van de euthanasiecriteria.
Het tegengeluid, dat het nooit normaal moet zijn dat voor (jonge) mensen met psychisch lijden de dood als enige of meest humane uitweg wordt gezien, wordt op het moment dat wij deze bijdrage schreven, afgelopen december, nauwelijks gehoord. Inmiddels horen we dergelijke geluiden gelukkig iets meer. Denk aan tegenargumenten als de rol van de tekortschietende mogelijkheden in de ggz en de wachtlijsten in de (kinder- en jeugd)psychiatrie. En zoals we een minderjarige, maar geregeld ook jongeren tussen de 18 en 23 jaar, volgens het jeugdstrafrecht berechten omdat we uitgaan van een nog niet voltooide ontwikkeling: hoe wegen we dit bij jongeren met een psychische aandoening en een euthanasiewens? Ook in de ouderenzorg hebben we te maken met ernstige tekorten, die ertoe kunnen leiden dat het lijden als ondraaglijk en uitzichtloos wordt ervaren.
Een ander tegenargument is dat psychiatrische stoornissen geen dodelijke ziektes zijn, wat de afweging om euthanasie toe te passen op psychiatrische gronden wezenlijk anders maakt. Bij euthanasie op psychische gronden is geen sprake van een verlichten van het sterven, maar van het beëindigen van een leven waar natuurlijk sterven nog niet in zicht is. Dit kan ingaan tegen onze – al dan niet religieus gefundeerde – waarden.
We zijn niet de enige psychiaters die een terughoudendheid ervaren ten opzichte van euthanasie bij psychisch lijden, zo bleek in 2022 nog uit onderzoek van Maarten Besjes en anderen. Uit promotieonderzoek van Sisco van Veen komt naar voren dat psychiaters met name worstelen met het bepalen van uitzichtloosheid. Toch bemerken ook wij dat we deze column met aarzeling formuleren. Is het zo’n taboe om deze tegengeluiden in het publieke debat ruimte te geven?
Referentie(s)
1. Winthorst WH, van Zelst WH, Van HL, van Loo HM. Euthanasieverzoek door een patiënt met een borderlinepersoonlijkheidsorganisatie. Tijdschr Psychiatr. 2023;65(9):568-571.
2. O.a. Tijdink J. Is al die aandacht voor euthanasie bij psychisch lijden wel gezond, in: NRC, 18 maart 2024.
3. Besjes MJ, van de Vathorst S. Euthanasie in de ggz: kwalitatief onderzoek naar de mening van psychiaters. Tijdschr Psychiatr. 2023;65(2):81-86.
4. Van Veen S (2022). The art of letting go. A study of irremediable psychiatric suffering in the context of physician assisted death. [Academisch proefschrift, VrijeUniversiteit Amsterdam]. Proefschrift (gildeprint.nl)