Waarom dit onderzoek?
Dagelijks een multivitamine of een smoothie van superfoods als de blaadjes vallen, je somber bent, een stressvolle periode meemaakt of wat minder energie hebt? Vele mensen nemen regelmatig een dergelijk kuurtje. Want ‘baadt het niet, dan schaadt het niet’. En als het niet helpt voor de stemming, dan doet het vast wel iets anders positief voor de gezondheid.
Scepsis over de rol voor voedingssupplementen in de geneeskunde is nog aanwezig. Is er namelijk wel voldoende wetenschappelijk bewijs voor een positief effect? En is het niet alleen de portemonnee van de fabrikant die hier beter van wordt? Maar is deze scepsis wel terecht? Vanuit de psychiatrie is er toenemend interesse naar het toevoegen van voedingssupplementen aan de reguliere behandeling voor verschillende stoornissen. Sarris et al. hebben recent de resultaten voor depressie tot dusver op een rijtje gezet.
Hoe werd dit onderzocht?
De auteurs verrichten een systematische zoekopdracht naar studies die het effect van het toevoegen van voedingssupplementen aan de reguliere behandeling voor depressie onderzochten. Zo mogelijk werd een meta-analyse uitgevoerd. De heterogeniteit en publicatie bias werden onderzocht.
Wat zijn de resultaten?
40 studies werden gevonden. Hiervan waren 31 placebo gecontroleerd. Veel studies waren klein met tientallen participanten. Het meeste onderzoek werd verricht naar foliumzuurachtige supplementen (N=9), omega-3 (N=8) en tryptofaan (N=8). Andere supplementen die onderzocht waren zijn vitamine C, vitamine D, zink, creatinine, S-adenosylmethionine (SAMe) en inositol. 68% van de studies rapporteerden een positief effect van het supplement. De uitval over alle studies vanwege bijwerkingen was bijzonder laag (< 2%). De meest voorkomende bijwerkingen waren gastro-intestinale klachten. Voor omega-3 en foliumzuur waren voldoende data beschikbaar om een meta-analyse te verrichten. Alleen voor omega-3 werd een significant effect gevonden. De effectgrootte hiervan was 0.61 (Hedges’ g). Voor zowel omega-3 en foliumzuur was de heterogeniteit tussen de studies groot en werden aanwijzingen gevonden voor publicatie bias.
Consequenties voor de praktijk.
Samenvattend zijn er enige aanwijzingen voor een positief effect van voedingssupplementen bij behandeling van depressie, met name voor omega-3. Ook is het gebruik hiervan over het algemeen zonder veel bijwerkingen. Samen met preklinische data dat de meeste van deze stoffen mechanismen die betrokken zijn bij depressie zouden kunnen veranderen, is dit voldoende reden om een aantal van deze supplementen in grotere studies te onderzoeken.
Voor omega-3 liet de meta-analyse een significant effect zien. Kunnen we dit effect nog met de eerder beschreven scepsis negeren? Of is de tijd rijp om omega-3 op recept te verstrekken of te adviseren een pot bij de drogist te halen? Voor deze afweging is het belangrijk om de werking, bijwerkingen en complicaties op een rijtje te zetten. De effectgrootte van 0.61 die werd beschreven is opvallend hoog, want deze is hoger dan voor veel reguliere behandelingen voor depressie is beschreven. Belangrijk voor de validatie van deze effectgrootte is dat het om een relatief laag aantal (N=8) kleine studies (N=20-122) gaat. De grootste studie liet hierbij geen positief resultaat zien. Ook speelt publicatiebias mogelijk een rol. Verdere studies zijn daarom toch nog noodzakelijk om het positieve effect dat werd gevonden te valideren. Ook zijn de meest optimale samenstelling van het preparaat, de dosis en duur nog niet bekend.
Bijwerkingen voor omega-3 en ook de andere voedingssupplementen waren zeldzaam en mild. Als de positieve werking wordt bevestigd zou dit een zeer belangrijke pluspunt zijn van deze middelen. Een ander pluspunt bij het gebruik van dit soort middelen is het positieve effect dat omega-3 kan hebben bij andere ziekten, zoals hart- en vaatziekten. Verder lijkt de kans op complicaties bij het gebruik van voedingssupplementen op de lange duur of bij langdurige behandeling klein. Echter ook dit moet verder uitgezocht worden. Er zijn namelijk relaties gevonden tussen gebruik van foliumzuur en maligniteiten, omega-3 en prostaatcarcinoom en tryptofaan met serotoninesyndroom. Belangrijk is dat de regelgeving van deze middelen zoals de registratie van bijwerkingen, complicaties en interacties niet onder de geneesmiddelenwet valt, maar onder de warenwet.
Voor omega-3 op recept is daarom (nog) geen plaats. Maar voor uitleg over een mogelijke rol voor componenten uit onze voeding bij de behandeling van depressie wellicht wel. Hierbij kan, bij de huidige stand van zaken, het beste verwezen worden naar de adviezen van het voedingscentrum over gezonde voeding (www.voedingscentrum.nl). Naast de algemene adviezen over gezonde voeding, betekent dat voor omega-3: Eén portie vette vis per week.
Referentie: Sarris et al. Adjunctive Nutraceuticals for Depression: A Systematic Review and Meta-Analyses. Am J Psychiatry. 2016 Jun 1;173(6):575-87.