Het is moeilijk om het boek ‘Help, de psycholoog verzuipt’ van Frits Bosch op waarde te schatten. Enerzijds zit het boek vol met herinneringen aan patiënten en privégebeurtenissen waardoor je je afvraagt wat het doel van het boek is. Anderzijds is het een relaas van een voortdurend gevecht van de eerstelijns psychologie met de chaotische organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Daarin neemt Bosch veelal een calimero-positie in waarin hij keer op keer probeert te bewijzen dat de eerstelijns praktijken slachtoffer waren én zijn gebleven van allerlei politieke en bestuursmaatregelen in een veranderend zorglandschap de afgelopen 30 jaar.
Laten we bij de casusbesprekingen en privéperikelen beginnen. Door zijn eigen carrière te beschrijven, inclusief privéaangelegenheden, dacht deze lezer aanvankelijk dat het een biografie is waarin de auteur zichzelf indirect op de borst wil kloppen over hoeveel invloed hij heeft gehad op de levens van zijn patiënten. Gelukkig verwatert deze zelfgenoegzaamheid in de loop van het boek en komt er vaker relativering over de uitoefening van zijn vak. Tuurlijk, in de meeste gevallen heeft hij mensen goed kunnen helpen, maar, en dit was veel minder vaak het geval, kon hij ook inzien dat soms een patiënt gewoon niet beter werd of dat een patiënt ‘te ziek’ was voor ‘de eerstelijn’ en dat die moest worden doorverwezen naar gespecialiseerde psychiatrische zorg.
Door die casusbeschrijvingen blijf ik als lezer een beetje piekeren over het doel van het boek. Wat wil Bosch precies bereiken met het boek? Wil hij juist kennis en kunde overdragen aan zijn lezers? Wil hij jonge psychologen een spiegel voorhouden? Wil hij afrekenen met alle mensen en instanties die hem de afgelopen 30 jaar hebben dwarsgezeten? Of wil hij een mooi boek schrijven over alles wat hij heeft meegemaakt in zijn mooie carrière. Stuk voor stuk prima motivaties om een boek te schrijven; Het wordt echter niet duidelijk welk doel het boek dient waardoor alle bovengenoemde doelen elkaar een beetje verzuipen.
In het boek komt Bosch veelvuldig terug op de rol van de grote zorgaanbieders, de minister, GGZ Nederland, de NZa en tal van andere instanties die het leven behoorlijk zuur kunnen maken van iedere zorgverlener, en niet in de minste plaats de vrijgevestigden. Die verhaallijn is imposant en is misschien wel het meest interessant. Los van het feit dat er voornamelijk voor eigen eerstelijnsparochie wordt gepredikt, is het ook een verhaal van verzet, strijd en vooral passie. Uit dit gevecht tegen allerlei reuzen, bureaucraten en flitsende consultants zonder echte kennis komt het doorzettingsvermogen, het vuur, de passie en de kracht van Bosch naar voren. Wat een lef en bravoure heeft hij in zijn werkende leven laten zien. Zonder ooit de moed in de schoenen te laten zakken heeft hij onophoudelijk met elan en energie op de barricade gestaan, voor zowel zijn vakgenoten en zichzelf, en natuurlijk voor zijn patiënten.
In de huidige tijd waarin millenials zich als verwende prinsjes neerleggen bij beslissingen van bovenaf en waarin er amper nog activisme is, is het gepassioneerde verzet dat Bosch de afgelopen 3 decennia heeft laten zien aanstekelijk. Het is iets waar wij als jonge hulpverleners nog wat van kunnen leren.
Dat betekent niet zozeer dat het boek een ‘must-read’ is voor iedere hulpverlener; daarvoor is het boek niet doelmatig genoeg en niet to-the-point. Het is vooral de auteur die een voorbeeld dient te zijn voor de toekomstige generatie psychologen en psychiaters. Met dit soort bevlogenheid en toewijding kun je echt iets bereiken, en dat laat Bosch in zijn boek ‘Help, de psycholoog verzuipt’ ons voelen.
Referentie:
Help, de psycholoog verzuipt Stichting beroepseer ISBN:9789492458940