Het principe is simpel: een gezellig groepje assistenten psychiatrie dat af en toe samenkomt om een boek te bespreken dat ze allemaal gelezen hebben. En dan liefst een boek met een psychiatrisch thema.
Niet om nogmaals droge wetenschappelijke literatuur te moeten lezen, maar om van fictie, faction of een biografie te kunnen proeven en bespreken wat het met ons doet als persoon. In deze COVID-19 tijden waren we dan wel gebonden aan ons computerscherm en niet gezellig op café, maar dat hield ons niet tegen.
De grenzen van mijn taal van Eva Meijer
Het eerste boek dat we uitkozen om onze boekenclub een feit te maken, bood zichzelf wat spontaan aan nadat het als verjaardagscadeautje werd gegeven door Katrien, die het eerder al had gelezen. Het is een essay over de persoonlijke ervaringen van de schrijfster met haar mentale kwetsbaarheid. De ondertitel omschrijft het eigenlijk mooi: een klein filosofisch onderzoek naar depressie.
De cover zelf lijkt ook wat symbolisch te zijn naar de onderwerpen van het boek: anorexia en depressie, hand in hand. Er kunnen interpretaties gemaakt worden die voor iedereen wel wat anders gekleurd zullen zijn, net als het boek.
Het is bij iedereen blijven hangen als een eerlijk, diepgaand en volledig verhaal. Je ziet enerzijds hoe de schrijfster zelf haar depressie heeft beleefd, maar daarnaast geeft ze ook filosofische en medische onderbouwingen ervan. Vooral het stuk waarin ze vertelt over haar worsteling met anorexia nervosa vonden we erg inzichtelijk. Het geeft een kijk op wat er in haar hoofd omging, wat de gedachtegang was achter het extreme vasten dat we wel kennen als diagnose, maar niet altijd even goed begrijpen als psychologisch proces. Op die manier voel je ook heel goed in welke zin fictie meer waard kan zijn dan non-fictie. Hoewel dit strikt gezien een biografisch gespekt essay is, neigt de schrijfstijl toch sterk naar fictie. En dat kan op een verrijkende manier schetsen hoe mensen met een psychiatrische stoornis leven.
Erg treffend is hoezeer de auteur speelt met woorden. Ondanks de titel van het boek haalt ze veel uit haar taal, en kan ze veel zeggen met weinig woorden. Ze speelt met die taal, maar reikt daarnaast ook als een curator hapklare en toepasselijke stukjes filosofie aan. Het schept een gemeenschappelijk denken, een verbondenheid tussen lezer en schrijfster.
Ondanks die verbondenheid botsen we toch op de grenzen van onze taal voor het overbrengen van de complexiteit van een ervaring, zoals de auteur zelf aanhaalt in een van haar terloopse taalfilosofische bedenkingen. We zullen tenslotte nooit precies weten hoe zij zich voelde, hoe goed ze het ook kan omschrijven. Wat we in de plaats daarvan zien, is een reflectie daarvan, vervormd door ons eigen denkkader en onze referentie voor beleving. Dat maakt het niet minder waardevol, want het slaagt een brug tussen “zorgverlener” en “patiënt”.
Het valt op dat het een stevigere leeservaring was dan het dunne boekje doet vermoeden. De zinnen die ze schrijft voelen dens aan, er zit veel in dat uit te pakken valt en soms moet je zinnen opnieuw lezen om ze helemaal mee te hebben. Dat maakt ook dat er veel zijn die blijven hangen. Een greep uit de woordenpracht:
“De golven van de zee blijven steeds maar breken op de kustlijn, zonder kapot te gaan.”
Wat een belangrijke boodschap is dat, hoe we soms kunnen breken als persoon zonder dat we daarom kapot zijn gegaan.
“Zelfmoord is een einde, geen oplossing.”
In een korte zin wordt de essentie geformuleerd van wat wij zo vaak proberen te communiceren naar onze patiënten.
“De depressieve tijd is een tussentijd, en de depressieve mens is een tussenmens.”
Want er valt zo veel weg op die momenten dat de tijd niet hetzelfde is, en dat de persoon die je bent ook niet hetzelfde is op dat moment. Je bent niet je depressie. Een belangrijk boodschap voor iedereen die geconfronteerd wordt met depressie in zijn of haar omgeving.
Er worden door de auteur ook veel metaforen gebruikt die erg mooi weergeven waar het over gaat. Bijvoorbeeld de paniek en verlorenheid die je kan voelen als je begint te wandelen in het bos maar verloren geraakt. Of dat gevoel dat je dreigt te verdrinken in je eigen somberheid of leegte, als een zee in je binnenste die blijft stijgen tot het water aan je lippen staat. De zee wordt regelmatig gebruikt als metafoor en past erg mooi in het gedachtegoed dat de schrijfster probeert over te brengen.
Het kan ook niet vergeten worden dat het hier gaat om de samenkomst van een hoopje artsen, waar al snel wat beroepsmisvorming kan insluipen. Opvallend is bijvoorbeeld dat de meesten het niet konden nalaten om ook wat diagnostisch te denken, en met de categoriale DSM-diagnostiek (en de beperkingen ervan) in het achterhoofd lazen.
Dat maakte dan ook haar beschrijvingen van psychiatrische hulpverlening erg aandachtig werden gelezen. Psychiatrie wordt niet altijd even netjes weergegeven in de media, maar we zitten allemaal met veel trots over ons beroep en ook wel wat idealisme dat passend is bij een nieuwe generatie artsen. In een maatschappij waarin mentale problemen snel gemedicaliseerd worden, is het dan ook erg waardevol om een verhaal te lezen waarbij iemand zonder medicatie maar met levensstijlaanpassingen er uiteindelijk terug bovenop is gekomen.
Een van die levensstijlaanpassingen is sporten. Het was voor de schrijfster een manier om haar structuur aan te houden, om actief te blijven maar ook om haar hoofd tot rust te laten komen. Ze beschrijft het als letterlijk in beweging blijven om te voelen dat je bestaat. Dit in contrast met haar anorexia nervosa, waarin ze juist probeerde te verdwijnen.
Het boek raakt, daar is iedereen in de bijeenkomst het over eens. Het resoneert emotioneel in onszelf en creëert een gevoel van herkenbaarheid, hoewel het botst op het volledig vatten van de emotie die erachter zit.
Ieder van de leden heeft om af te sluiten getracht om het in een zin of twee te beschrijven wat ze van het boek vonden.
“An unexpectedly colourful journey into the depths of the dark of which I am thankful to be a mere visitor.”
“Heel fijn om te zien dat ze het langs vele kanten heeft proberen belichten.”
“Het boek was een verrijking om te lezen.”
“Je gaat als lezer in een vlotte beweging van intellectuele interesse naar emotionele verbondenheid. Het is een boek om nog lang na het lezen van de laatste pagina te blijven koesteren.”
Boek: De grenzen van mijn taal – Eva Meijer
Aanwezigen: Aileen Doyle, Katrien Skorobogatov, Tim Gheysens, Elise Wuyts