Ik heb het schrijven van deze recensie, over het recentste werk van Lara Sheehi en Stephen Sheehi: “Psychoanalysis under Occupation: Practicing Resistance in Palestine”, lang uitgesteld. Toen ik afgelopen lente dit boek las, woonde en werkte ik in de Libanese hoofdstad Beirut. Op de kinderpsychiatrie afdeling in een van de vele universiteitsziekenhuizen spraken collega’s regelmatig de angst uit voor verdere regionale geweldsescalatie en luisterden we naar de aangrijpende verhalen van vluchtelingen uit Zuid-Libanon, op de vlucht voor de toenemende bombardementen en witte fosfor uitstortingen op hun land en huizen. ’s Avonds sprak ik in taallessen en cafés opnieuw over dezelfde ellende en over de Libanese niet-aflatende hoop op vrede. Of ik las dit boek, over standvastigheid vanuit een psychoanalytisch perspectief. De toen gevreesde escalatie is nu werkelijkheid geworden. En nu, terwijl een grondoffensief op handen is, er ondertussen honderden Libanezen zijn vermoord in de afgelopen dagen (we zijn nu dinsdag 1 oktober, de getallen zullen vast nog verder oplopen) en “mijn” Beirut is aangevallen, wil ik toch mijn gedachten over dit boek delen.
In hun zorgvuldig uitgewerkte onderzoek gaan Lara Sheehi en Stephen Sheehi, beide Libanees-Amerikaanse psycholoog-psychoanalyticus, de diepte in over het psychologische trauma van Palestijnen vanaf de Nakba in 1948 (toen de staat Israël werd uitgeroepen). De auteurs interviewden meerdere professionals die in Palestina werken als psycholoog, maatschappelijk werker, wetenschapper of psychiater. In de introductie schrijven ze dat “psychoanalyse een theoretisch kader biedt voor Palestijnse clinici – en voor onszelf – om te begrijpen wat de ervaringen van Palestijnen zijn die leven in de realiteit van zionistisch kolonialisme en een militaire bezetting”. In hun interviews en casusbeschrijvingen analyseerden de auteurs de psychologische impact van die Israëlische bezetting. Zo is er een vignet van een man genaamd Amjad die een globusgevoel heeft gekregen nadat een Israëlische militair zijn mitrailleur richtte op zijn 6-jarige dochter toen ze bij een checkpoint staande werden gehouden. De nauwkeurig uitgevoerde interviews leveren veel diepgang op, en de casusbeschrijvingen werken heel prettig om de – soms wat complexe – theorieën en hypotheses kracht bij te zetten.
Boeiend is de beschrijving van de noodzaak van het dekoloniale perspectief die behandelaren bij hun Palestijnse patiënten toepassen om het psychologische trauma beter te begrijpen. En om tegelijkertijd bij te dragen aan het collectieve doel van bevrijding van het koloniale juk. Hierin werken ze voort op het werk van Frantz Fanon, de wereldberoemde Martinikaanse psychiater die zijn klinische ervaringen in een psychiatrisch ziekenhuis en een psychoanalytisch perspectief gebruikte om zich te verzetten tegen de Franse koloniale bezetting van Algerije en het structurele racisme in Frankrijk. Zo schrijven de auteurs dat de zionistische bezetting zich aan alles opdringt, en dus ook op het psychologische vlak, een soort psychologische ontworteling en ontheemding. In het psychotherapeutische proces wordt een bewustwording gecreëerd over deze ontheemding (of إغتراب, of “alienation” in fanoniaanse termen), door de gewelddadige realiteit die zich aan hun lichaam en psyche opdrukt, en produceert een herstructurering van Palestijnse subjectiviteit op zowel individueel als collectief-maatschappelijk niveau.
De kracht van taal zit op intrigerende wijze verweven door het hele werk. Zoals het woord نفس (‘nafs’), wat tegelijkertijd psyche, zelf/zelfde, ziel en adem betekent, wat de collectieve kennis en ervaringen, subjectiviteit en zelfheid representeert. Of صمود (“sumud”, letterlijk vertaald als standvastigheid, veerkracht), wat staat voor een collectieve set van waarden die sociale cohesie bevorderen in een wereld onder fysieke, psychologische (en uiteraard militaire) druk. Standvastigheid loopt als een rode draad door dit werk, immers zullen de eeuwenoude Palestijnse olijfbomen onbuigzaam zijn, en de bijbelse Libanese cederbomen zullen onmogelijk te breken zijn. En, ja, bomen kunnen ontworteld raken, maar het bewustzijn van het Libanese volk, zo mooi gevangen in dit boek, is net als de Palestijnse geest, niet uit te roeien.