Psychiatrie en klimaatverandering: gescheiden werelden?

Fokke & Sukke

Fokke & Sukke

Blader een gemiddelde weekendglossy van een Belangrijke Krant door en de kans is groot dat je stuit op een interview mét, een stuk óver of een opiniestuk dóór een psychiater of psycholoog – Inclusief een foto van een professional die, gezeten in een stijlvolle maar niet te elitaire studie, de lezer serieus of gemaakt speels aankijkt. Bijna wekelijks schuift een psychiater aan tafel van een talkshow, om verantwoording af te leggen aan een variété van Bekende Nederlanders. Soms is het onderwerp neurobiologisch van aard en moet er worden uitgelegd waarom wij wel of juist niet ons brein zijn, veel vaker raakt het aan maatschappelijke problematiek waaraan een psychiater duiding geeft. 

 

 

 

 

De onderwerpen zijn divers en lopen uiteen van sociaaleconomische ongelijkheid tot computerspelletjes, van de pandemierespons tot ‘lifestyle psychiatry’. Journalisten, lezers, kijkers, hoewel de kritiek op de GGZ niet van de lucht is, iedereen lijkt behoefte te hebben aan de psychiater als Duider. En die rol wordt steeds belangrijker; het is niet voor niets dat in het nieuwe opleidingsplan (genaamd De Psychiater), het volgende opleidingsdoel naar voren komt: “De psychiater is een medisch leider en is in staat kennis, kunde en vaardigheden over te dragen en in te zetten voor mens en maatschappij.” Het is te verwachten dat, in een tijd waarin sociale kwesties meer-en-meer worden beslecht op het terrein van het medialandschap, de psychiater steeds zichtbaarder aanwezig zal zijn. 

Er is echter één ontwikkeling die zó groot lijkt, en zó onvatbaar, dat zelfs de psychiatrie er nog weinig over durft te praten: de opwarming van de aarde. En dat terwijl wetenschappelijk onderzoek naar de impact ervan op psychiatrische symptomen de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen. Zo is in 2020 een themanummer uitgekomen van de Journal of Anxiety Disorders, volledig gewijd aan angststoornissen en klimaatverandering, en kwamen er enkele metareviews en position papers uit (Coverdale, Balon et al. 2018, Taylor 2020). Ook publiceerde Science vorig jaar een aankondiging dat de filantropische organisatie Welcome Trust 1 miljard Engelse pond per jaar zal doneren aan onderzoek naar klimaatverandering, onder andere naar de mentale gevolgen hiervan. Hoe ongrijpbaar het ook lijkt, meer en meer wordt duidelijk dat de impact van global heating op psychisch welzijn dagelijks voelbaar is.

 

Wie is er bang voor het klimaat?

Generation Z’ers zijn zelf steeds uitgesprokener over het gevoel van wanhoop en uitzichtloosheid dat hen bekruipt als zij denken aan een wereld die over een eeuw misschien wel onleefbaar is. Hierin doen zij een beetje denken aan de No Future generatie van de jaren ‘80, die met angst uitkeken naar de dag dat De Bom zou vallen. Om het gevoel te beschrijven dat iemand kan bekruipen als diegene getuige van klimaatverandering in de nabije omgeving, is de term solastalgie in het leven: gevoelens van heimwee en stress veroorzaakt door een veranderende habitat (Albrecht, Sartore et al. 2007). In plaats van een nostalgisch verlangen naar huis tijdens een reis, heeft men bij solastalgie heimwee naar de oude omgeving, terwijl men lijdzaam de gevolgen van klimaatverandering ondergaat. Gevoelens van rouw, depressie, angst en verlies hangen hiermee samen maar het is vooral een filosofische reflectie op een maatschappelijk fenomeen en het blijft ver weg van de psychiatrische kliniek.

Voor veel gebruikte, meer psychiatrische termen als klimaatangst, klimaatstress, klimaatdepressie, etcetera, zijn geen heldere criteria en ze worden vooral als lekentaal gebruikt in de populaire media. Langzaam wordt deze terminologie ook door de geestelijke gezondheidszorg omarmd. Zo beschreef de American Psychological Association, in een rapport dat geheel gewijd was aan de relatie tussen klimaat en mentale gezondheid, de term ‘ecoanxiety’ als chronische psychologische consequentie van “Het toekijken hoe de trage en ogenschijnlijk onherroepelijke gevolgen van klimaatverandering zich ontvouwen” (APA, 2017). Dit baseren zij voornamelijk op enkele kwalitatieve studies. In een studie die is gepubliceerd in de special edition van de Journal of Anxiety Disorders over klimaatangst, wordt onderscheid gemaakt tussen adaptieve onrust over het klimaat die ons kan aanzetten tot actie, en pathologische klimaatangst, waarbij het onzekerheid en catastrofale gedachtes de overhand nemen, met de bijbehorende impact op dagelijks functioneren. Zij beschrijven dat dit waarschijnlijk vooral voorkomt jongeren, bij wie besef van klimaatverandering met de paplepel is ingegoten, bij (sub)culturen die een meer direct voelbare band met de natuur onderhouden (Clayton and Karazsia 2020), en bij mensen die de directe gevolgen van een natuurramp hebben ondervonden.

Hoewel een studie uit 2018 laat zien dat ‘ecostress’ een voorspeller was voor het ontwikkelen van depressieve symptomen, is er weinig evidence door de causale invloed van klimaatangst op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie (Helm, Pollitt et al. 2018). Het omdopen van klimaatangst tot aparte klinische entiteit kan de wenkbrauwen doen fronsen; mensen zullen altijd ergens bang voor zijn, en het is de vraag of klimaatverandering niet vooral fungeert als betekenisgever van een ongedifferentieerde angst, in plaats van dat het die angst veroorzaakt. En klimaatangst dan leidt tot functieverlies en klinisch lijden, zullen de klachten hoogstwaarschijnlijk kunnen worden ondergebracht onder de noemer van een gegeneraliseerde angststoornis, of een depressieve episode.

 

If you can’t stand the heat…

Waar het bij klimaatangst een nog wat ongedifferentieerde term betreft, zijn er ook studies die correlatie hebben gevonden tussen opwarming van de aarde en suïcidegetallen. Zo beschrijft een recent artikel uit Nature Climate Change een robuuste associatie tussen temperatuur en geslaagde suïcides. Per gemiddelde maandelijkse toename van de temperatuur met 1 graad Celsius, neemt zelfdoding toe met 0.7 % in de Verenigde Staten. Zij voorspellen een totale oversterfte aan suïcides van 10.000 tot 40.000 in de periode tussen 2020 en 2050, in de VS en Mexico (Burke, González et al. 2018). Ook de directe effecten van een warme dag laten zich voelen; Een Duitse studie laat een toename van 1 procent per graad Celsius zien in suïcides, onafhankelijk van gender, leeftijd, psychiatrische diagnose (Müller, Biermann et al. 2011). Deze associatie was hoger bij gewelddadige suïcides. Een studie uit Engelse data laat zelfs zien dat, boven de 18 graden, suïcides toenemen met 5 procent per graad Celsius (Page, Hajat et al. 2007). In een hittegolf uit 1995 werd een toename in suïcides van zelfs bijna 50 procent gezien.

In Nederland is de relatie tussen suïcides en temperatuurstijgingen nog niet onderzocht. Echter, het aantal hitterecords in Nederland neemt toe en het aantal zomerse dagen is de afgelopen zestig jaar meer dan verdubbeld, tot twintig dagen per jaar. De verwachting is, dat dit de komende eeuw zal blijven toenemen, tot veertig dagen per jaar in 2085. Eind 2019 en begin 2020 werd Zuidoost Australië geteisterd door forse bosbranden. Een recente studie van het KNMI en de universiteit van Oxford bevestigden wat velen al dachten: de opwarming van de aarde door broeikasgassen heeft bijgedragen aan de weersomstandigheden waardoor deze branden ontstonden. Ook concludeerden zij dat de kans op branden ten gevolge van klimaatverandering met minstens 30 procent is toegenomen (van Oldenborgh, Krikken et al. 2021): behalve Australië is ook Nieuw-Zeeland en de westkust van de VS in de afgelopen 2 jaar flink getroffen. Onderzoek naar de impact van catastrofale bosbranden op de mentale gezondheid van getuigen liet een verhoogd risico zien op het ontstaan van PTSS, ernstige depressie en insomnie (Xu, Yu et al. 2020). Kortom, hitte heeft zowel directe gevolgen op mentale gezondheid, zich uitend in toenames in suïcides die dezelfde dag al merkbaar zijn, als indirecte gevolgen, zoals PTSS bij toename van natuurrampen door stijgende temperaturen.

 

Aquafobie: een reëele angst?

Na onder andere de Allerheiligenvloed in het jaar 1570 (20.000 doden), de Kerstvloed in 1717 (14.000 doden) en de Zuiderzeevloed in 1916 (16 doden) was het voor de Nederlanders duidelijk dat de dijken moesten worden verstevigd. Echter lag de prioritering door twee wereldoorlogen op andere vlakken dan het ophogen van de dijken. In 1953 werd hier de rekening voor betaald. De mentale gevolgen van een dergelijke overstromingen waren fors, en opvang en nazorg was gering (bron: Watersnood museum). Sindsdien probeert de Nederlandse overheid ons te behoeden voor een nieuwe ramp met de daaruit voortkomende economische, fysieke en mentale gevolgen. Zo worden door het KNMI scenario’s opgesteld op om de mogelijke gevolgen van door de mens veroorzaakte klimaatverandering te onderzoeken. De feiten die op klimaatadaptatienederland.nl (initiatief van de Nederlandse overheid) worden gepresenteerd zijn niet geruststellend. Het SWIPA rapport (Snow, Water, Ice and Permafrost in the Arctic, 2017) opgesteld door 90 wetenschappers, stelt dat het Arctisch klimaat nóg sneller verandert dan verwacht en de eerdere inschattingen voor toekomstige zeespiegelstijging omhoog moeten worden bijgesteld.

 

Klimaatvluchtelingen

Of het nu door branden, overstromingen of droogte is: klimaatmigratie is van alle tijden. Toch zal dit de komende decennia mogelijk een grotere rol gaan spelen. Een land als Bangladesh ligt net als Nederland onder de zeespiegel, maar er is schaarste in middelen voor waterkeringen en dijken opbouw: als de zeespiegel met 0.5 m stijgt, zou dat leiden tot een verlies van 10% van land waarbij 6 miljoen Bengalezen moeten verkassen (Houghton 2004). De New York Times bracht recent een meerdelige, wat dik aangezette, rapportage uit over migratie ten gevolge van klimaatverandering. Uit het onderzoek wat ten grondslag lag aan deze rapportage blijkt dat onbegaanbaar gebied op aarde ten gevolge van klimaatveranderingen nu ongeveer 1% betreft. Dit zal in de komende 50 jaar tot 20% toenemen, met een geschat aantal klimaatmigranten van 200 miljoen in 2050. Er is ook kritiek op dergelijke schattingen. Volgens socioloog en econoom Roman Hoffman, verbonden aan het Vienna Institute of Demography en het Potsdam Institute for Climate Impact Research bestaat er geen eenvoudige samenhang tussen klimaatverandering en migratie. Hij publiceerde met collega’s een meta-analyse van 30 studies (Hoffmann, Dimitrova et al. 2020) waarin zij multipele factoren rapporteren die een rol spelen bij deze associatie, waaronder inkomen en conflicten in het desbetreffende land. Zij zien nog geen overtuigend bewijs voor klimaatverandering als motor achter massamigratie. Het laatste is hier nog niet over gezegd, maar De Verenigde Naties houden tegenwoordig een ruime spreiding aan van tussen de 25 miljoen en 1 miljard extra migranten in 2050 ten gevolge van milieuverandering.

Vanuit een psychiatrische/ sociale visie ziet men bij noodgedwongen migratie allerlei risico’s. Migranten komen in een potentieel nieuwe vijandige omgeving waarbij er weinig begrip is naar de migrant. Migratie an sich is een veelvuldig onderzochte risicofactor die in verband wordt gebracht met schizofrenie (Henssler, Brandt et al. 2020), maar wordt ook in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen van depressieve stoornissen, gegeneraliseerde angststoornissen en sociale fobie (Breslau, Borges et al. 2011). Als men inzoomt op noodgedwongen migratie ten gevolge van klimaatverandering en het ontstaan van psychiatrische ziekten, dan vonden wij slechts 1 studie. Daarin concludeerden de auteurs dat met name het verlies van sociale cohesie bij immigranten een risicofactor is voor het ontwikkelen van psychische ziekten (Torres and Casey 2017).

 

Conclusie

Hoewel het onderzoek ernaar nog in de kinderschoenen staat en terughoudendheid in het trekken van conclusies gepast is, lijkt het erop dat door de mens veroorzaakte klimaatverandering zowel directe als graduele effecten heeft op onze mentale gezondheid. Vooralsnog zijn klimaatangst, solastalgie en een klimaat-gerelateerd gevoel van uitzichtloosheid geen onderwerp van gesprek in onze dagelijkse spreekkamer, op een klinische afdeling of tijdens een huisbezoek. Dat, terwijl klimaatverandering in een steeds belangrijker plaats inneemt in het maatschappelijk debat. Bleef verslaglegging over global heating vroeger onderbelicht, wordt er nu meer en meer over gerapporteerd (Groene Amsterdammer, 2021). Dat Shell door de rechter verantwoordelijk wordt gehouden voor hun rol in de opwarming van de aarde, na een zaak die tegen hen door Milieudefensie, werd wereldwijd uitvoerig besproken (zie o.a. The New York Times, 2021), evenals de gewonnen rechtszaak van Urgenda tegen de staat (The New York Times, 2019). Ook klimaatacties gaan niet meer onopgemerkt voorbij. Gezien de toenemende aandacht in de samenleving, zal het niet lang duren voordat zich dit vertaalt naar de psychiatrische microkosmos. Er is geen evidentie voor het in leven roepen van nieuwe, klimaatspecifieke, ziektebeelden, maar als patiënten komen met ‘klimaatangst’ is het vooral zaak hieraan context te geven. Buiten de spreekkamer zouden psychiaters hun ‘mediamacht’ kunnen gebruiken om instanties die klimaatverandering op grote schaal veroorzaken, ter verantwoording te roepen. Of onze duit in het zakje CO2-uitstoot vermindert valt natuurlijk sterk te betwijfelen, maar dat er een relatie bestaat tussen individueel psychiatrisch lijden en het leed van Moeder aarde is aannemelijk. Wie beter dan de psychiater om dit verband te onderzoeken en te duiden?

 

Literatuur

Albrecht, G., G. M. Sartore, L. Connor, N. Higginbotham, S. Freeman, B. Kelly, H. Stain, A. Tonna and G. Pollard (2007). “Solastalgia: the distress caused by environmental change.” Australas Psychiatry 15 Suppl 1: S95-98.
Breslau, J., G. Borges, D. Tancredi, N. Saito, R. Kravitz, L. Hinton, W. Vega, M. E. Medina-Mora and S. Aguilar-Gaxiola (2011). “Migration from Mexico to the United States and subsequent risk for depressive and anxiety disorders: a cross-national study.” Arch Gen Psychiatry 68(4): 428-433.
Burke, M., F. González, P. Baylis, S. Heft-Neal, C. Baysan, S. Basu and S. Hsiang (2018). “Higher temperatures increase suicide rates in the United States and Mexico.” Nature Climate Change 8(8): 723-729.
Clayton, S. and B. T. Karazsia (2020). “Development and validation of a measure of climate change anxiety.” Journal of Environmental Psychology 69: 101434.
Coverdale, J., R. Balon, E. V. Beresin, A. M. Brenner, A. P. S. Guerrero, A. K. Louie and L. W. Roberts (2018). “Climate Change: A Call to Action for the Psychiatric Profession.” Academic Psychiatry 42(3): 317-323.
Helm, S. V., A. Pollitt, M. A. Barnett, M. A. Curran and Z. R. Craig (2018). “Differentiating environmental concern in the context of psychological adaption to climate change.” Global Environmental Change-Human and Policy Dimensions 48: 158-167.
Henssler, J., L. Brandt, M. Müller, S. Liu, C. Montag, P. Sterzer and A. Heinz (2020). “Migration and schizophrenia: meta-analysis and explanatory framework.” Eur Arch Psychiatry Clin Neurosci 270(3): 325-335.
Hoffmann, R., A. Dimitrova, R. Muttarak, J. Crespo Cuaresma and J. Peisker (2020). “A meta-analysis of country-level studies on environmental change and migration.” Nature Climate Change 10(10): 904-912.
Houghton, J. (2004). Global Warming: The Complete Briefing. Cambridge, Cambridge University Press.
Müller, H., T. Biermann, S. Renk, U. Reulbach, A. Ströbel, J. Kornhuber and W. Sperling (2011). “Higher Environmental Temperature and Global Radiation Are Correlated With Increasing Suicidality—A Localized Data Analysis.” Chronobiology International 28(10): 949-957.
Page, L. A., S. Hajat and R. S. Kovats (2007). “Relationship between daily suicide counts and temperature in England and Wales.” British Journal of Psychiatry 191(2): 106-112.
Taylor, S. (2020). “Anxiety disorders, climate change, and the challenges ahead: Introduction to the special issue.” Journal of Anxiety Disorders 76: 102313.
Torres, J. M. and J. A. Casey (2017). “The centrality of social ties to climate migration and mental health.” BMC Public Health 17(1): 600.
van Oldenborgh, G. J., F. Krikken, S. Lewis, N. J. Leach, F. Lehner, K. R. Saunders, M. van Weele, K. Haustein, S. Li, D. Wallom, S. Sparrow, J. Arrighi, R. K. Singh, M. K. van Aalst, S. Y. Philip, R. Vautard and F. E. L. Otto (2021). “Attribution of the Australian bushfire risk to anthropogenic climate change.” Nat. Hazards Earth Syst. Sci. 21(3): 941-960.
Xu, R., P. Yu, M. J. Abramson, F. H. Johnston, J. M. Samet, M. L. Bell, A. Haines, K. L. Ebi, S. Li and Y. Guo (2020). “Wildfires, Global Climate Change, and Human Health.” N Engl J Med 383(22): 2173-2181.

Geschreven door:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!