Op de achterflap van Het Misverstand Psychotherapie van psychotherapeut Flip Jan van Oenen staat dat alleen als we de beperkingen van psychotherapie onder ogen zien, kunnen we de kracht ervan waarderen en behouden. Van Oenen doet er in zijn boek alles aan om ons die beperkingen onder ogen te laten zien, en dat is niet onterecht. Psychotherapie is geen goednieuwsshow wat sommige behandelaren en wetenschappelijke resultaten pogen te beloven. Het wrange is dat Van Oenen zich vooral toespitst op die beperkingen en is vergeten om de kracht van psychotherapie te waarderen. Hierdoor wordt het boek vooral een – soms cynische – aanklacht tegen psychotherapie en dat is jammer. Niet alleen maar tegen zijn, maar ook ergens vóór zou lezers kunnen binden en overtuigen om daadwerkelijk die beperkingen onder ogen te zien.
Waar gaat het boek over?
Van Oenen richt zijn boek voornamelijk op de valse belofte van psychotherapie. Hij richt zich o.a. op de beperkte werkzaamheid van therapie. De effecten zijn klein, en niet de methode (zoals CGT of psychoanalyse) of de therapeut spelen de sleutelrol in het resultaat, maar patiënt-gerelateerde factoren bepalen volgens van Oenen het succes. Enige bescheidenheid van de therapeut is daarom wel op zijn plaats.
Hij spaart zijn vak niet. Een kleine selectie: 1) De effectiviteit van EMDR is vooral een placebo effect omdat er geen wetenschappelijke basis is voor de neurofysiologische werking; 2) het is onterecht te veronderstellen dat ervaren therapeuten betere therapeuten zijn en 3) het maakt eigenlijk maar weinig uit welke methode je gebruikt; ze zijn allemaal even (in)effectief.
Van Oenen bespreekt de paradoxale relatie van de therapeut met de methode. Enerzijds wijst al het onderzoek erop dat de therapeut hoop en geloof moet hebben in de methode om de methode effectief te laten zijn. Anderzijds, hoop is een goede reisgezel maar een slechte leidsvrouw. Want als therapeuten een onrealistische verwachting uitdragen, blokkeert het coping en berustingsgedrag bij patiënten. Patiënten verdragen dan het lijden niet, want er werd hen beloofd dat ze beter zouden worden. Dat is vaak niet het geval. Gevolg; demotiverende faalervaringen voor zowel therapeut als patiënt.
Wat is er goed aan het boek?
Het boek geeft een verfrissende en andere kijk op psychotherapie. Van Oenen roept op om het verdragen van emoties de kern te laten zijn van het psychotherapeutisch ritueel. Een mooie vondst, temeer omdat de veranderingsbelofte in psychotherapieland overal wordt gepredikt maar zelden wordt bereikt. Berusting, acceptatie en het verdragen van je tekortkomingen moeten volgens Van Oenen de kern zijn van de uitkomsten van therapie. Mensen veranderen volgens Van Oenen maar weinig en daarmee wordt de veranderbelofte bijna nooit waargemaakt.
Een mooie, ietwat cynische vondst vond ik de meer van hetzelfde spiraal. Hierin beschrijft Van Oenen hoe de therapeut en patiënt elkaar in een wurggreep houden waarbij de therapeut identieke therapie blijft aanbieden omdat het lijden van de patiënt nog niet helemaal weg is, iets wat ik herken in spreekkamers. Therapeuten willen mensen helpen en het liefst het lijden verlossen, terwijl dat in veel gevallen onrealistische verwachtingen creëert.
Van Oenen pleit daarom voor meer realiteitszin, als we blijven geloven in de vooruitgangsmythe – de misvatting dat psychotherapie steeds effectiever wordt – dan is de psychotherapie binnenkort failliet, omdat het die belofte nooit zal kunnen waarmaken.
Aan het einde van zijn boek geeft Van Oenen enkele belangrijke voorstellen om de vooruitgangsparadox te doorbreken. Die zijn leuk en waardevol. Ik zie een vervolgopleiding verdragen voor me, of een gestandaardiseerde vragenlijst die kan meten hoe ver de therapeut is gevorderd in het verdragen van zijn eigen emoties en die van zijn patiënt. Ook zie ik een nieuwe kerncompetentie verdragen terugkomen in opleidingscurricula.
Wat is er niet goed?
Van Oenen overspeelt zijn hand in het hoofdstuk over de waarde van het verdragen van emoties en hoe dit een voorbeeld moet zijn voor de maatschappij. Het zal best dat mensen wat meer mogen verdragen van elkaar, maar om dat helemaal te betrekken op de maatschappij is wat ins Blaue hinein doorgemoduleerd. Ook zijn idee dat onderzoek naar psychotherapie geen natuurwetenschappelijk karakter heeft en eerder moet worden geschaard onder de kunsten is een beetje vergezocht en diskwalificerend voor het empirische onderzoek wat er al is. Hoe graag je soms vies badwater wil wegspoelen, je moet het kind niet ermee wegspoelen. Misschien is het empirische model van de natuurwetenschappen minder defect dan dat Van Oenen doet vermoeden. Bovendien zijn fenomenen als stemming, welzijn en gevoel prima constructen om te gebruiken. Met het scharen van psychotherapie onder de kunsten doet hij zichzelf, de kunsten en zijn onderzoek tekort. Bovendien nodigt dit soort larie uit om iedere vorm van eclectische psychotherapie (waaronder ook karma, chakra of handlezingen) te beschouwen als een gerechtvaardigd therapeutisch ritueel.
Tot slot is de auteur ook maar weinig bescheiden – terwijl hij dat wel predikt. Zijn eigen onderzoek en boek zouden wel met wat meer bescheidenheid mogen worden gepresenteerd. De stelligheid waarmee zaken worden gepresenteerd is af en toe irritant. Wat meer nuance maakt het niet alleen leesbaarder, maar ook een stuk overtuigender.
Al met al is Het misverstand psychotherapie een belangrijk maar ook een uiterst sceptisch boek. Zijn boek zou bij jonge therapeuten daardoor veel schade berokkenen, omdat -en ik durf het bijna niet te zeggen – juist hoop nodig is om in therapie te geloven. Zonder dat geloof is therapie zo goed als zinloos. En als dat geloof vooral is gestoeld in het leren verdragen van het lijden, bij onszelf en onze patiënten is dat een prima competentie waar veel behandelaren wat aan hebben om doelgerichter en efficiëntere therapieën te geven. Ondanks alle creatieve en inspirerende ideeën zal het boek uiteindelijk de grote psychotherapeutische goegemeente waarschijnlijk niet kunnen overtuigen, daarvoor is het te recalcitrant, soms te ongenuanceerd en te sceptisch. En dat is hartstikke zonde.
Referentie:
Het misverstand psychotherapie
Flip Jan van Oenen
Boom uitgevers
ISBN 9789024430239
160 pag.