Mental health in Moria

Refugee camp

Refugee camp

“Ik heb pijn,” zegt de vrouw die tegenover me in de spreekkamer van het vluchtelingenkamp zit. Ik kijk haar aan en ze begint plotseling onbedaarlijk te lachen, waarmee ze na een paar seconden weer even abrupt stopt. “De soldaten,” begint ze dan te huilen. “De soldaten. Ze gingen hier naar binnen.” Zonder waarschuwing trekt ze haar broek naar beneden en wijst naar haar billen. Dan draait ze plots haar hoofd opzij en kijkt naar iets wat achter mij schijnt te gebeuren. “Kijk, kijk daar, die auto!” wijst ze. “Dat zijn de soldaten.” Ik kijk onwillekeurig om en zie alleen de medicijnkast in de hoek van de kamer. “Niet met ze meegaan, hoor,” zegt ze tegen mij. “Ze hebben mij verkracht. Niet met ze meegaan. Ik bescherm je wel. Jij bent lief.”

Ik schrijf een verwijzing naar de NGO die psychiatrische hulp biedt en weet dat ze de komende maanden nog niet aan de beurt zal zijn. Ik geef haar paracetamol, omdat ze daarom vraagt en omdat ik geen idee heb wat ik anders voor haar kan doen. “Dankjewel,” zegt ze glimlachend en ze strompelt weg, twee tabletten paracetamol in haar hand.

 

In juni 2019 was ik op Lesbos om als vrijwilliger te helpen bij de medische post in vluchtelingenkamp Moria op Lesbos. Het kamp was met 5000 bewoners overvol en vervuild, de wachtkamer puilde uit van de patiënten, de trauma’s waar de patiënten mij over vertelden deden mijn oren klapperen. Voor meer dan luisteren en een enkele lorazepam uitdelen was geen tijd en ruimte. Als AIOS psychiatrie voelde ik me machteloos.

Nu, anderhalf jaar later, is het oorspronkelijke kamp Moria afgebrand en vervangen door een verzameling lekke tentjes die rechtstreeks aan zee staan en waar de koude februariwind doorheen waait. De 5000 mensen die anderhalf jaar geleden in Moria woonden, zijn een lachertje bij de 20.000 die er in de zomer van 2020 bivakkeerden. En dan is er natuurlijk nog covid-19, waardoor de vluchtelingen in het kamp in een maandenlange lockdown zitten, maar binnen het kamp onmogelijk anderhalve meter afstand kunnen houden. Scholen en sociale activiteiten die in het kamp georganiseerd werden zijn door de pandemie grotendeels stilgelegd.

Eind 2020 verscheen een rapport van de International Rescue Committee (IRC) over de ‘mental health crisis’ in de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden Lesbos, Chios en Samos1. Deze organisatie verleent sinds 2018 psychische hulp aan vluchtelingen in Griekenland. Na een eerder rapport uit 2018 laat deze publicatie zien dat de toen al erbarmelijke omstandigheden in tweeëneenhalf jaar tijd alleen maar verder zijn verslechterd.

De IRC verleent psychische hulp in individuele en groepsbehandeling en kan patiënten eventueel doorverwijzen naar vrijgevestigde psychiaters op het eiland (en betalen dan ook deze behandeling). Hoe vaak dat laatste voorkomt, wordt overigens niet vermeld. Tussen maart 2018 en oktober 2020 heeft het IRC 904 patiënten gezien, waarvan de meeste uit Afghanistan (33%), Democratische Republiek Congo (13%) en Kameroen (12%) kwamen. Een op de vijf patiënten die zij zagen was slachtoffer van seksueel geweld, in het land van herkomst en/of tijdens de vlucht. Een voorgeschiedenis van marteling kwam ook bij een op de vijf patiënten voor. Van de ruim 900 patiënten had 67% last van slaapproblemen, 61% had depressieve klachten, 60% had angstklachten, bij 41% was er sprake van PTSS en bij 12% waren er psychotische symptomen. Verder rapporteerde 35% suïcidale gedachten en had 18% eerder een TS gedaan. Zo’n 9% van de patiënten rapporteerde automutilatie. Bij een vergelijking tussen de klachten vóór de coronapandemie en de bijbehorende lockdown en tijdens, wordt gezien dat het aantal patiënten dat bovenstaande klachten rapporteerde voor vrijwel alle klachten toenam na 15 maart 2020.

Op de eilanden is er een groot tekort aan psychiatrische zorg, voor de vluchtelingen maar ook voor de oorspronkelijke Griekse bewoners. Zo werd gerapporteerd dat er in de zomer van 2019 op Lesbos, Chios en Samos samen slechts 4 psychiaters en 1 kinder- en jeugdpsychiater werkten. Op Lesbos is er een psychiatrische kliniek in het algemeen ziekenhuis, maar door het tekort aan psychiaters een zeer beperkte opnamecapaciteit. Op Chios en Samos zijn er überhaupt geen klinische opnameplekken. Eilandbewoners kunnen eventueel naar het vasteland worden verwezen voor opname, maar voor vluchtelingen gebeurt dit vrijwel nooit.

 .

De man, een jaar of twintig, wordt ondersteund door een vriend. Hij houdt zijn linkeronderarm vast, waar een bloederige handdoek omheen geslagen is. De vriend vertelt dat de man plotseling een scheermes pakte en zijn pols begon door te snijden. Hij kon geen contact meer met zijn vriend krijgen en heeft met meerdere mensen de man uiteindelijk weten te overmeesteren en het mes uit zijn handen getrokken. De vriend zegt al meerdere malen de man te hebben tegengehouden bij een suïcidepoging, maar nu niet meer voor zijn veiligheid durft in te staan. De man zelf blijft het hele consult zwijgen. We besluiten hem naar het ziekenhuis te sturen voor een psychiatrische beoordeling en mogelijke opname, waarbij er eerst uitvoerig met de ambulance overlegd moet worden omdat zij eigenlijk geen suïcidale patiënten willen vervoeren.
De volgende dag zijn de man en zijn vriend terug op ons spreekuur. De vriend is woedend, de man zwijgt nog steeds. De vriend vertelt dat hij gisteravond niet mee mocht met de ambulance en er daardoor lopend twee uur over gedaan heeft om het ziekenhuis te bereiken waar zijn vriend heen gebracht was. Toen hij daar rond middernacht eindelijk aan kwam, vertelde het ziekenhuispersoneel hem dat de man alweer teruggestuurd is naar Moria. Alleen, lopend. En omdat de man de weg niet kende had hij de hele nacht in zijn eentje rondgelopen, om pas bij het aanbreken van de ochtend het vluchtelingenkamp terug te vinden. “Als hij er vannacht een eind aan had gemaakt, was het jullie schuld geweest,” bijt de vriend me toe.


Ik weet niet precies wie deze man anderhalf jaar geleden met ‘jullie’ bedoelde. Ik weet niet of hij nog altijd in het vluchtelingenkamp verblijft en of de vriend nog in leven is. Ik weet ook niet hoe vaak hij nog psychische hulp voor zijn vriendis komen zoeken en of hij deze misschien uiteindelijk toch gekregen heeft. Mogelijk doelde de man met ‘jullie’ op Europa in het algemeen. In dat geval kan ik hem alleen maar gelijk geven.

 

Referentie
1 – International Rescue Committee (IRC) The Cruelty of Containment: The Mental Health Toll of the EU’s ‘Hotspot’ Approach on the Greek Islands. December 2020.

Geschreven door:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!