Psychiatrie en planeet: klimaatverandering in de opleiding tot psychiater

School Staking 4 Klimaat

School Staking 4 Klimaat

De afgelopen jaren is er een toenemende interesse voor de nadelige effecten van klimaatverandering. Het is een thema dat een grote groep jongeren niet onberoerd laat en die, onder leiding van Greta Thunberg, steeds luider hun noodkreet slaakt. Inmiddels worden we ons er steeds meer van bewust dat klimaatverandering een dreigend gevaar vormt voor de gezondheid en het welbevinden van de mensheid. Door de verbranding van fossiele brandstoffen en andere (bio)industrie is er een toename van gassen in de atmosfeer van de aarde met als gevolg stijgende zeeniveaus, verzuring van oceanen en extreme weersomstandigheden zoals droogte, overstromingen en bosbranden. De effecten van klimaatverandering hebben een grote invloed op lichamelijke gezondheid. Er is bijvoorbeeld een toenemende incidentie van astma en infecties, maar vergroten ook het risico op psychische klachten zoals post traumatische stress stoornissen, angst- en stemmingsstoornissen (1). Deze psychiatrische aandoeningen zijn niet alleen gerelateerd aan directe gevolgen van extreme weersomstandigheden (na een overstroming of hittegolf), maar ook hebben indirect een gevolg op de lange termijn (bij langdurige droogte en ontbossing) door migratie, schade aan infrastructuur en gemeenschappen en daarbij geassocieerde conflicten en geweld.

 

In 2017 heeft de APA (the American Psychiatry Association) een verklaring afgelegd waarin klimaatverandering als een bedreiging voor de publieke gezondheid, waaronder psychische gezondheid erkend wordt. Bovendien roepen zij professionals in de psychiatrie op een bijdrage te leveren om de nadelige gezondheidseffecten van klimaatverandering te verminderen (2). De oproep is tweeledig: enerzijds zijn er manieren om onze eigen koolstofafdruk op onze wereld te verminderen, anderzijds is het van belang voorbereid te zijn op het opvangen van patiënten met psychische klachten als direct en indirect gevolg van klimaatverandering.

 

Hoe kunnen wij als Nederlandse en Vlaamse psychiaters en behandelaren in de GGZ hier een bijdrage in leveren? En zijn onze psychiaters van de toekomst genoeg voorbereid op het opvangen van patiënten met psychische klachten als gevolg van klimaatverandering?

 

In tegenstelling tot onze somatische collega’s maken wij minder gebruik van vervuilende medische hulpmiddelen, zoals operatiejassen, urinekatheters, infusen en wondgazen. Dus op dat vlak valt voor ons weinig winst te behalen. Desondanks kunnen we wel degelijk een positieve bijdrage leveren aan ons klimaat door meer gebruik te maken van e-health. Door op de polikliniek persoonlijk contact af te wisselen met beeldbellen, ervoor te kiezen om minder vaak naar het buitenland te vliegen voor onze nascholing en televergaderingen met collega’s (die veelal over het land verspreid wonen en werken) te standaardiseren, verminderen we woon-werk verkeer voor onszelf en ook van de patiënten en hierdoor de uitstoot van koolstofdioxide.

 

Maar mogelijk is het nog wel belangrijker om onze artsen in opleiding tot psychiater beter voor te bereiden op de effecten van klimaatverandering op de psychische gezondheid. Philipsborn en collega’s pleiten dan ook voor een toevoeging van een leerprogramma in de opleiding tot psychiater, waarbij aios hun competenties vergroten op het gebied van kennis over klimaatverandering en gezondheid, de implicaties voor de klinische praktijk en de gezondheidszorg (3). Deze auteurs ervaren dat er momenteel een kloof in de kennis over klimaatverandering, de effecten op het gebied van de lichamelijke en geestelijke gezondheid en noodzakelijke verandering van inrichten van de gezondheidszorg hiervoor bestaat en moedigen opleiders op om op lokaal niveau curricula te ontwikkelen toegespitst op de eigen regio en patiëntenpopulatie. Onze eigen opleiders psychiatrie zouden deze kennis kunnen vergroten door op regionaal niveau een onderwijsblok vorm te geven waarbij naast psychiaters, klimaatdeskundigen worden betrokken. Daarnaast is de bijdrage, die supervisoren aan de opleiding leveren van cruciaal belang en kan er ook aan gedacht worden om het thema klimaatverandering en duurzaamheid tijdens wetenschappelijke onderwijsmomenten, waarbij zowel supervisoren als aios aan deelnemen, te agenderen. Tenslotte zouden aios gestimuleerd kunnen worden om één van hun maatschappelijke stages op het gebied van klimaatverandering en duurzaamheid te lopen.

 

Met de komst van het nieuwe opleidingsplan De Psychiater in juli 2020 is er begin gemaakt om de psychiater van de toekomst beter voor te bereiden op onze toekomst. Het geeft ons een platform en mogelijkheid om klimaatverandering als thema in de opleiding te implementeren, maar het is aan ons om deze mogelijkheid werkelijkheid te maken in de strijd voor een groenere, schonere, en gezondere wereld.

 

Dit artikel is deel van de reeks: ‘Psychiatrie en Planeet’.

 

Referenties

1. Cianconi P, Betro S, Janiri L. The Impact of Climate Change on Mental Health: A Systematic Descriptive Review. Front Psychiatry. 2020;11:74.

2. Coverdale J, Balon R, Beresin EV, Brenner AM, Guerrero APS, Louie AK, et al. Climate Change: A Call to Action for the Psychiatric Profession. Acad Psychiatry. 2018;42(3):317-23.

3. Philipsborn RP, Sheffield P, White A, Osta A, Anderson MS, Bernstein A. Climate Change and the Practice of Medicine: Essentials for Resident Education. Acad Med. 2021;96(3):355-67.

 

 

Geschreven door:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Column

Op reis

Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!