5 vragen aan… Emma Hornstra

Emma Hornstra

Emma Hornstra

In de vorige ‘5 vragen aan…’ was Sisco van Veen, onze hoofdredacteur, benieuwd naar een verdere ronde door de forensische psychiatrie (zie ook de ‘5 vragen aan… Yolande de Kok). Als ouderenpsychiater heeft hij hier weinig mee van doen en hij gaf het stokje daarom door aan Emma Hornstra, psychiater bij het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie).

 

 

 

 

 

 

 

1 – Vertel eens, waar ben je allemaal mee bezig?

Momenteel werk ik zo’n twee jaar als psychiater bij het NIFP. Alvorens de start van mijn opleiding tot psychiater wist ik al dat ik bij het NIFP zou gaan werken nadat ik als arts in de Bijlmerbajes had gewerkt. Mijn werk is super afwisselend. Twee dagen per week werk ik in de gevangenis te Lelystad, waar ik zorgpsychiater ben en twee dagen per week doe ik consulten voor de rechtbank waar ik de rechter en Officier van Justitie advies geef over een verdachte. Ik adviseer dan bijvoorbeeld of iemand speciale psychiatrische zorg nodig heeft binnen detentie, dan wel of het nodig is dat er een Pro Justitia onderzoek1 volgt. Daarnaast ben ik zelf in opleiding tot Pro Justitia rapporteur. Ook ben ik actief in de werkgroep die zich bezighoudt met de implementatie van de nieuwe wetgeving – de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet forensische zorg (Wfz). In vergelijking met de reguliere ggz is het werken in het forensische veld vooral anders door de setting waarbinnen je werkt en het snijvlak met het strafrecht. Veiligheid voor de maatschappij staat voorop; anders dan in de reguliere geestelijke gezondheidszorg (ggz). De patiënten verschillen in tegenstelling tot wat men vaak denkt, niet per definitie van de reguliere ggz. Vaak gaat het om mensen die vanwege omstandigheden en verkeerde keuzes in een ellendige situatie terecht zijn gekomen.

1 Pro Justitia onderzoek is een gedragsdeskundig onderzoek naar of er sprake is van een psychische stoornis bij een verdachte, of deze stoornis aan de orde was ten tijde van het tenlastegelegde, in hoeverre het tenlastegelegde de verdachte toe te rekenen is en wat de kans op herhaling is wat betreft het delictgedrag.

 

2 – Dat is heel wat! En waar ben je trots op?

Ik ben trots op het maatschappelijk belang wat we vertegenwoordigen door kwetsbaar psychiatrisch zieke justitiabelen zo goed mogelijke zorg te bieden en daarmee risico’s voor de maatschappij te reduceren. Daarnaast ben ik erg trots op het NIFP als werkgever, gezien zij goed ‘zorgen’ voor hun personeel. De arbeidsomstandigheden zijn goed, met voldoende ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en vakinhoudelijke verdieping. “Ik heb de leukste baan ter wereld!” Ik heb als ‘jonge klare’ de kans gekregen om me vrijwel direct te kunnen profileren binnen de organisatie op het gebied van de nieuwe wetgeving. Het sloot perfect aan bij mijn onderzoek in het kader van mijn opleiding tot psychiater. Ik onderzocht destijds de gevolgen voor de ggz van de schakelbepaling tussen de Wvggz en de Wfz, waarin de strafrechter de bevoegdheid heeft gekregen om een zorgmachtiging af te geven voor behandeling in de reguliere ggz.

 

3 – Heb jij vertrouwen in de toekomst van de psychiatrie?

Als ik om me heen kijk naar mijn collega’s, hun professionaliteit en gedrevenheid, heb ik zeker vertrouwen in de toekomst van de psychiatrie. Wel maak ik me zorgen over het naar mijn idee gebrek aan actie vanuit de politiek over de grote problemen binnen de ggz, waarvan een deel is ontstaan na de invoering van de nieuwe wetgeving. De productiedruk dan wel de kosten willen drukken, lijkt in de reguliere ggz steeds meer voorop te staan, soms ten koste van de patiëntenzorg. Zowel voor de patiënt als hulpverlener kan dit funest zijn.

 

4 – Tot slot nog een laatste opmerking?

Ik denk dat het belangrijk is dat we als psychiaters plezier in ons vak houden en gelukkig zijn met, en trots zijn op, ons werk. Helaas merk ik dat dit wel eens onder druk komt te staan door onder andere regelgeving, wetgeving, financiële krapte en een hoge werkdruk die ons werk soms minder aantrekkelijk maken. Dit is zonde, want ons vak is in de kern prachtig. Collega’s besluiten soms zelfs te stoppen met dit prachtige vak door deze minder aantrekkelijke kanten. Daarom wil ik nog maar eens benadrukken dat ik ontzettend blij ben met het NIFP als mijn werkgever, waar het werkplezier hoog is. Dus bij twijfel: stap niet uit het vak, maar klop aan bij het NIFP.

 

5 – En aan wie wil je het stokje doorgeven en waarom?

Graag geef ik het stokje door aan Caroline van Elzelingen. Ik leerde haar kennen tijdens mijn opleiding tot psychiater bij GGZ Centraal. Inmiddels is het al jarenlang een goede vriendin. Zij werkt momenteel in Amsterdam bij buurtzorgT, waar ze gepassioneerd en ambitieus ambulante zorg verleent. Tevens is zij geneesheer-directeur bij buurtzorgT. Zij kan denk ik een mooie inkijk geven in de ambulante hulpverlening voor een patiëntenpopulatie, die in tegenstelling tot mijn patiënten, in volledige vrijheid verkeren.

Geschreven door:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!