How to Succeed and Stay Healthy in Academia: de ondertitel van ‘The Happy Academic’ heeft een goede soundbite en klinkt als een ware survivalgids. Het doet me denken aan de boeken van Francine Oomen in de Hoe overleef-ik serie. Hoewel me ook even het gevoel bekruipt dat ik met het zoveelste zelfhulpboek te maken heb, trekt de titel toch mijn aandacht. Niet in de laatste plaats omdat dit boek is geschreven door medeoprichter van De Jonge Psychiater en mijn voorganger in het voorzitterschap, Joeri Tijdink. Als psychiater en onderzoeker die zich bevlogen bezighoudt met onder andere onderzoeksintegriteit, onderzoekscultuur en geestelijke gezondheid in de academie, had niemand dit boek beter kunnen schrijven dan hij.
En weet je wat, dacht ik, dan schrijf ik er gelijk een recensie over. Want die publication pressure, een van de biggest challenges die Tijdink in zijn boek bespreekt, bij De Jonge Psychiater is hoog (grapje). Of heeft het met mijn publishing addiction te maken, een van de andere uitdagingen waar een academicus mee te maken krijgt? Nee, voor mij is het echt onder het motto don’t forget to have fun dat ik deze recensie schrijf. Een welkome afwisseling naast mijn SPSS-challenges die ik sinds een half jaar mag ondergaan, en daarmee academic self-care.
Het boek is prettig vormgegeven: formaat past in je witte jas, en de kaft in roze tinten doet het ook goed in de huidige Barbie-times. Het boek is in het Engels geschreven (om een zo groot mogelijk academisch publiek te bereiken, lijkt me), maar desondanks las ik het in een ruk uit. Je zou er ook voor kunnen kiezen om steeds een hoofdstuk tot je te nemen, wat de (zelf)reflectie wellicht nog beter op gang brengt. ‘The Happy Academic’ is namelijk overzichtelijk ingedeeld in vijf delen:
- The Importance of Academic Self-care
- The Biggest Challenges Facing Young Academics
- 34 ways to Stay Happy in Academia
- Beyond Self-help: Finding the Right Therapist
- Moving Towards an Empowering Academic Environment
In deel I start Tijdink met een uiteenzetting waarom mensen er überhaupt voor kiezen een academische carrière na te streven. Voor mij als lezer wordt het vooral interessant als Tijdink het persoonlijk maakt. In de introductie bijvoorbeeld door zelf te delen hoe hij enthousiast is geworden, en gebleven, voor het onderzoeksveld. Eigenschappen die veel academische collega’s bezitten, zoals passie, enthousiasme en idealisme, geven hem energie. Tegelijkertijd wordt al vlot in het boek eerlijk geschetst dat het doen van onderzoek, met name als jonge academicus, vaak een ware lijdensweg is. Dat je het publicatiecircus niet moet betreden als je directe bevrediging zoekt, en dat het jaren kan duren tot er beloning volgt – als die al komt. Toch blijft het boek immer optimistisch, en belooft het je met tips en adviezen te steunen om vol vertrouwen door je academische carrière te navigeren.
In deel II gebeurt dat dan ook door aan uitdagingen zoals uitputting en perfectionisme direct praktische tips toe te voegen. Soms zijn de tips wat ‘makkelijker gezegd dan gedaan’ met zinnen als: ‘remember that everyone is insecure sometimes’ en ‘feel the fear and do it anyway’. Behalve persoonlijke uitdagingen komen ook problemen die meer in het systeem (of in bijvoorbeeld de narcistische trekjes van collega’s) zitten, aan bod. Na dit hoofdstuk ben je je als jonge academicus bewust van verschillende valkuilen die je zoal kunt tegenkomen op je pad.
Deel III vliegt de weg naar the happy academic nog concreter aan, met 34 adviezen over werkgewoonten, professionele attitude, contact met collega’s, je steunsysteem en emotionele stabiliteit. Mooi hoe Tijdink elk advies kort en bondig uiteenzet en gelijk praktisch maakt (het boek voorziet zelfs in voorbeeldteksten om je professor aan te spreken). Zijn schrijfstijl bovendien maakt het een aangenaam boek om te lezen. Het wordt nooit stroperig en als lezer denk je zelden: waar gaat dit heen? Al is de bondigheid juist de kracht van dit handzame boek: de adviezen voelen soms aan als het intrappen van open deuren.
Misschien komt het ook doordat ik als psychiater met inmiddels wat werkervaring toch niet helemaal binnen het publiek – de jonge PhD-student die net zijn eerste baan heeft – pas waarvoor dit boek vooral is geschreven? Mogelijk zou het boek een nog diverser publiek trekken als het zich wat meer zou richten op de onderzoeker die de academie niet via het ‘standaard’ pad betreedt. Toch zet het boek mij zeker aan tot een moment van reflectie. Verder zijn sommige adviezen wat mij betreft niet specifiek alleen geldend binnen de onderzoekswereld, maar breder toepasbaar. Denk aan adviezen zoals dare to make mistakes en say no more often.
Goed dat in deel IV van ‘The Happy Academic’ wordt benoemd dat het belangrijk is om hulp te zoeken als je psychische problemen zoals angst of depressie ervaart, en dat ook hierbij concrete adviezen worden gegeven over waar je op kan letten bij het zoeken naar een geschikte therapeut. Het laatste deel van het boek vind ik zelf het meest inspirerend. Tijdink zet dan zijn ideale academische wereld uiteen. Graag droom ik mee over een academie waar samenwerking over afdelingen heen floreert, in een gezonde werkomgeving vol energie en optimisme, met jonge onderzoekers die al vroeg de ruimte krijgen om te groeien. Let’s get started!