Wetenschappers hebben het de laatste jaren niet makkelijk gehad; de slogans voor publicatiedruk “Publish or Perish” en prestatiedruk “Toponderzoeker, Toponderwijzer, Toparts” zijn bekend. Daarbij ook nog het label van “frauderende wetenschapper” en “Ivoren toren” en het moet niet verbazen dat onderzoek (oh ironie) aantoonde dat 1 op 3 promovendi depressieve klachten heeft en 1 op 4 biomedische hoogleraren te kampen heeft met serieuze burnout klachten. Tijd voor een diagnose-behandel-combinatie, niet?
Naast zijn persoonlijke ervaring met publicatiedruk en prestatiedrang, gecombineerd met zijn eigen promotieonderzoek naar de integriteit en betrouwbaarheid van wetenschappers, werpt de auteur zich op ludieke wijze op als mentor en begeleider van het “wetenschappelijke vaderland”.
Alle belangrijke actoren passeren de revue, met name de (emeritus) hoogleraar, de postdoc en promovendi maar ook de familie, de partner tot zelfs de bestuurder en de secretaresse. Allen worden ze duchtig geanalyseerd door deze psychiater gevolgd door het beschrijven van 8 veelvoorkomende en herkenbare “symptomen”. Het blijkt een toegankelijke manier te zijn om gewoon te kunnen benoemen wat er speelt in de academie. Hopelijk maakt het ook wat eenvoudiger om er ook echt over te kunnen spreken.
Tikkeltje uitdagender is dat er ook steeds “een therapie” wordt voorgesteld maar, geen zorgen, het ludieke en het creatieve trekt de auteur ook door in dit gedeelte. Om in de “zelfhulpboek” sfeer te blijven, worden er niet minder dan 34 sappige adviezen geformuleerd. Zelfs de therapeut wordt vervolgens onder de loep genomen en we eindigen zelfs met een (fictief) sofa-gesprek met de psychiater en een promovendi. Je krijgt dus het hele pakket aangeboden.
De enthousiaste schrijfwijze en de ludieke, creatieve invalshoeken zorgen voor een significant verhoogd leesplezier met als prettige nevenverschijnsel een moeilijk te verdwijnen grijns op je gezicht. Cave: enige bias is te verwachten gezien zowel auteur en recensent redactieleden van De Jonge Psychiater zijn ;). Tijdens het lezen ontkom je niet aan het besef dat wetenschappers ook maar mensen zijn. Maar het spreekwoord “al lachend zegt de zot de waarheid” doet dit boek eer aan: zo netjes onder de oppervlakte schuilen er heel wat relativerende wijsheden door wat maakt dat dit boek een oprechte steun kan zijn voor (on)ervaren wetenschappers en hun naasten.
Referentie:
Joeri Tijdink
Wetenschapper op de Sofa – hoe te overleven op de universiteit
Uitgeverij Vesuvius
ISBN 978 90 8659 763 5