In Memoriam Jean van Griensven: een inspirerende psychiater en leermeester

De Nederlandse psychiatrie heeft met de dood van Jean van Griensven een inspirerende psychiater en leermeester verloren, wiens invloed verder reikte dan alleen de psychiatrisch-inhoudelijke kant van het vak.

 

Jean was vanaf het vroege begin DJP-redactielid, totdat hij enige jaren later concludeerde dat zijn bijdragen te beperkt waren om te rechtvaardigen dat hij redactielid zou blijven. Dat tekende hem: kritisch durven zijn op jezelf en de eer aan jezelf laten. Helaas zijn de weinige artikelen die hij schreef voor DJP niet meer terug te vinden, maar als ik me goed herinner schreef hij een verdiepend artikel over optogenetics. Die vernieuwing was nog maar net wetenschap binnengedrongen of Jean zag er de enorme potentie al van in. Als bioloog en doctor in de klinische farmacologie overzag hij de techniek en implicaties van dergelijke innovaties heel vlot. Het type artikel zoals ik het opgeslagen heb is helemaal in zijn stijl geschreven: hij verdiepte zich in een onderwerp en schreef er meerdere, verdiepende alinea’s over. Nu ik deze dagen onze e-mails en Whatsappberichten teruglees zie ik hetzelfde patroon: regelmatig zond hij me gedetailleerde berichten over persoonlijke, geschiedkundige of andere gebeurtenissen en belevenissen. Middels deze berichten gaf hij het contact diepgang, zoals hij ook met zijn artikelen deed.

 

Na zijn studies biologie en geneeskunde ging hij al snel het avontuur aan om in de V.S. promotieonderzoek te gaan doen. Zwoegend in het lab legde hij de fundamenten voor zijn latere artikelen en proefschrift (zie hier zijn artikelen op PubMed). Alles deed hij zelf: van de experimenten in het lab tot de statistiek en het schrijfwerk. Na zijn promotie en zijn opleiding tot psychiater bij Spatie (het huidige GGNet) wijdde hij zich aan de klinische aspecten van de ziekenhuispsychiatrie. Toch kwam er nog dit jaar een wetenschappelijk artikel uit waaraan hij bedroeg, over ECT, één van zijn favoriete klinische activiteiten. Met glinsteringen in zijn ogen vertelde hij me eens hoe hij bij voldoende tijd toestemming vroeg aan de anesthesist om zelf het infuus aan te leggen. Hij genoot van die technische vaardigheden. Maar het was vooral de aandacht voor de menselijke aspecten van het doktersvak die hem als psychiater karakteriseerde. Zo betrokken bij patiënten heb ik zelden een collega gezien, zo gericht op contact maken met de patiënt.

 

Jean was supervisor, geen opleider, maar toch zou hij mijn voornaamste inspiratiebron tijdens mijn opleiding tot psychiater worden. Dat komt doordat hij het belang van menselijke zowel als medisch-inhoudelijke gaven voor het doktersvak op unieke wijze wist over te brengen. Vier van zijn adagia zijn me sinds de stage in 2010, tijdens welke hij mijn supervisor was, altijd bijgebleven. Ik kan me niet anders verbeelden dan dat ze me tijdens mijn hele loopbaan zullen blijven inspireren om de beste zorg aan onze patiënten te proberen te bieden, menselijk én medisch-inhoudelijk.

 

Ten eerste was er de ‘kameleon’. Jean benadrukte tijdens supervisiemomenten steeds hoe je als psychiater eerst zoveel mogelijk in de huid van je patiënten moet kruipen om je een beeld van hun emoties, gevoelens en denkbeelden te vormen. Ik mocht zo ervaren hoe zijn communicatiestijl kan bijdragen aan inniger contact met patiënten, waardoor deze open hun klachten overbrengen.

 

Ten tweede was zijn credo dat alles gezegd mag worden. Hiermee creëerde hij een sfeer waarin ik als AIOS voelde dat hij en als ik alles open konden zeggen. Binnen deze veilige haven die hij bood paste het ook dat er excuses gemaakt worden als je spijt hebt van geuite woorden. Het maakt niet uit naar wie: de verpleging, de administratief medewerker, een collega psychiater of een ANIOS uit een ander ziekenhuis die je niet kent. Hiërarchie was voor hem illusoir.

 

Zijn derde focus betrof het psychiatrisch onderzoek. Nog steeds hoor ik de stem van Jean in mijn achterhoofd bij vrijwel ieder psychiatrisch onderzoek van een nieuwe patiënt dat ik uitwerk, terugdenkend aan die vele avonduren noeste arbeid op psychiatrische onderzoeken in het St. Antoniusziekenhuis. Al snel leerde ik dat de standaard hoog lag: een kort psychiatrisch onderzoek was voor hem een teken van beperkte interesse in de patiënt én van te weinig aandacht voor de kunst en kunde die een goed psychiatrisch onderzoek het visitekaartje van de psychiater maken. Regelmatig kreeg ik eerste versies van mijn psychiatrische onderzoeken terug, maar het leerproces mocht er zijn en ik kreeg nooit de indruk dat ik niet voldeed. De feedback was specifiek en daardoor veilig, waardoor ik veel leerde.

 

Tenslotte maakte hij van afscheid nemen een kunst. Afscheid nemen stond bij hem zo hoog in het vaandel dat er met veel aandacht bij elk afscheid, dichtbij of veraf, professioneel of persoonlijk, intens werd stilgestaan. Zo trakteerde hij vertrekkende AIOS op persoonlijke speeches en cadeaus. Het raakt me diep dat ik van de dierbare vriend die hij na mijn stage is geworden, geen afscheid heb kunnen nemen.

Geschreven door:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!