Mentaal op de Kaart
De Jonge Psychiater wil met het project Mentaal op de Kaart de drempel verlagen om een kaart te sturen naar iemand die het mentaal zwaar heeft. Lees hier meer over Mentaal op de Kaart.
Wat zet je op een kaart voor iemand die het mentaal zwaar heeft?
Marijke: “Gek eigenlijk, dat ik altijd wél wist te schrijven als iemand lichamelijk ziek is (‘Ik hoop dat het antibioticum/het gips goed gaat werken en je snel weer de oude bent!’), maar dat wanneer het gaat om iemand die er mentaal doorheen zit, ik lang met mijn pen boven de kaart bleef zweven. Dat veranderde doordat ik zelf een ernstige depressie kreeg en zelfs opgenomen moest worden. Ik kreeg kaarten opgestuurd met de liefste (‘Ik denk aan je, hou vol!) en met soms wat apartere teksten (‘Kop op en praat met behandelaars’). Toch overheerste het gevoel dat iemand de moeite had genomen om een kaart te sturen en onthield ik dát gebaar méér dan dat ik de daadwerkelijke teksten later nog zou herinneren.
Daarom schrijf ik inmiddels makkelijker kaartjes: ik laat weten dat ik aan de persoon denk en wens diegene heel veel sterkte. Vaak is dat al genoeg denk ik.
Hieronder nog meer tips van ervaringsdeskundigen:
- Laat weten dat je er bent en dat je wilt afspreken als diegene eraan toe is. Alleen je aanwezigheid geeft al steun. Samen een film kijken of een kopje koffie drinken. Merken dat iemand moeite voor je doet is zo fijn in de donkere momenten van een mentale aandoening.
- Het is oké om op te schrijven dat je niet weet wat je op moet schrijven. Het is voor de ontvanger namelijk het belangrijkste om te voelen dat er aan hen gedacht wordt.
- Benadruk de fijne momenten die je met iemand hebt gehad en de momenten waar je weer naar uitkijkt. Complimentjes zijn zo welkom omdat positiviteit soms zo ver weg is. De uitzichtloosheid en de negativiteit hebben het soms totaal overgenomen. Juist een tastbaar bewijs aan die fijne herinnering geeft een belangrijke houvast. Samen vormen ze kleine eilandjes van lichtpuntjes, die zo de weg naar de kant weer kunnen wijzen.
- Je hoeft geen adviezen te geven. Dat verwacht echt niemand en is soms juist niet fijn. Als het zo makkelijk zou zijn, dan was dat al wel geprobeerd.
- Deel je gevoelens. Het is oké om hierin te benoemen dat het je machteloos maakt en dat je graag meer zou willen doen, maar dat je niet goed weet wat. Het is oké om te benoemen dat het je verdrietig maakt om de ander zo te zien worstelen en dat je ziet dat de ander zo hard aan het vechten is.
- Bedenk dat met een mentale aandoening het gevoel van humor niet (altijd) verdwijnt. Juist samen lachen om alle idioterie, stomme gedachten en machteloze eindeloosheid, geeft zowel relativering en waardevolle verbinding.
- Probeer de mens van het probleem te scheiden. Ook als je boos bent door alles wat de mentale aandoening aanricht, besef dat dit niet de persoon zelf is, maar een stoornis die het op die momenten overneemt.
- Bedenk dat de ander met dezelfde twijfels zit als jij. Zit de ander wel op mij te wachten? Helpt het juist om het initiatief te nemen of helpt het meer om mee te gaan op het tempo van de ander? Vul het niet in, maar ga er samen het gesprek over aan.
Hierbij ook nog wat inspiratie met enkele voorbeeldzinnen:
- Ik weet niet goed wat ik kan zeggen, maar ik wil je wel laten weten dat ik aan je denk. Warme knuffel.
- Weet dat ik er voor je ben.
- Als je wilt bellen, gewoon even voor de afleiding of juist om je verhaal te doen, weet dat ik er voor je ben.
- Vind je het fijn wanneer ik een keertje langs kom? Ik wil er graag voor je zijn, maar ik weet niet goed hoe.