Hardlooptherapie als alternatief voor antidepressiva

Dit artikel is onderdeel van de DJP leefstijlreeks.

Dat bewegen psychische klachten kan verminderen wisten we al langer. Het effect van beweeginterventies in de behandeling van mild-matig ernstige depressieve stoornissen is vergelijkbaar met dat van medicamenteuze en psychologische behandeling. Dit geldt ook voor de behandeling van angststoornissen, maar daar is minder onderzoek naar gedaan. Het voordeel van beweeginterventies ten opzichte van medicamenteuze behandeling is dat het mogelijk ook een positief effect kan hebben op de lichamelijke gezondheid. Niet geheel onbelangrijk gezien mensen met psychiatrische stoornissen een verhoogd risico hebben om vroegtijdig te komen overlijden, onder andere door een verhoogd risico op cardiometabole aandoeningen.

 

Onderzoeksvraag

Onderzoekers van het Amsterdam UMC onderzochten het verschil in effect van behandeling met antidepressiva versus behandeling middels hardlooptherapie op zowel psychische als lichamelijke uitkomstmaten. Dit deden zij niet alleen om het effect van deze behandelingen te onderzoeken, maar ook om meer te weten te komen over het onderliggende werkingsmechanisme van het effect van beweeginterventies.

 

Hoe werd dit onderzocht?

Het onderzoek is een pragmatisch interventie onderzoek met twee armen: behandeling met antidepressiva (1e stap escitalopram, bij geen respons switch naar sertraline) of behandeling met 2-3x week hardlooptherapie. De hardlooptherapie was 45 minuten en werd gesuperviseerd. De studie heeft een partially randomized patient preference design. Dit houdt in dat deelnemers zonder sterke voorkeur voor een van de behandelingen werden gerandomiseerd. De andere deelnemers kozen zelf of zij behandeling kregen met antidepressiva of meededen aan hardlooptherapie. Daarnaast was het mogelijk dat mensen psychotherapie krijgen in de vorm van care-as-usual, gedefinieerd als 5 of meer sessies psychotherapie (o.a. CGT, IPT, EMDR).

 

Naast dat er werd gekeken naar mentale gezondheidsuitkomsten, werden ook fysieke gezondheidsmaten als cholesterolwaarden, glucose, CRP, BMI, bloeddruk, activiteit van het autonome zenuwstelsel en maximale zuurstofopname onderzocht. Door te kijken naar de verschillen tussen deze fysieke gezondheidsuitkomsten hoopten de onderzoekers bij te dragen aan de kennis over het onderliggende werkingsmechanisme van het effect van beweeginterventies. Er werd overigens geen mediatie analyse toegepast.

 

Wat waren de resultaten?

141 deelnemers werden geïncludeerd. 22 deelnemers wilden gerandomiseerd worden: 9 in de antidepressiva groep, 11 in de hardlooptherapie groep. 119 deelnemers kozen zelf: 36 voor antidepressiva en 83 voor hardlooptherapie. Op baseline scoorde de antidepressivagroep hoger op depressieve symptomen. Deze parameter werd daarom meegenomen als covariaat in de analyses. Er waren verder geen verschillen tussen de groepen op baseline.

78% van de deelnemers voltooide het onderzoek, de dropouts, die gelijk over de groepen waren verdeeld, waren jonger, rookten vaker, hadden meer psychiatrische comorbiditeit en ernstigere symptomen. In de antidepressiva groep hield 82% van de deelnemers zich aan het behandelprotocol. In de hardlooptherapiegroep deed 52% van de deelnemers meer dan 22 hardloopsessies. Gemiddeld deden deelnemers 24 hardloopsessies.

 

Alvorens de onderzoekers de resultaten onderzochten, hebben zij gekeken of het type inclusie impact had op de resultaten bij 16 weken follow-up. Dit was niet het geval. Remissie, de primaire uitkomstmaat, verschilde niet tussen de groepen: 43% in de hardloopgroep en 45% in de antidepressiva groep. Ook respons, gedefinieerd als een symptoomreductie van 50%, verschilde niet tussen de groepen. Bij 6 weken behandeling was er wel sprake van een verschil. Er was een grotere afname in angstsymptomen in de antidepressiva groep. De fysieke gezondheid uitkomsten verschilden ook tussen de groepen. Het gewicht en de buikomvang van de deelnemers in de antidepressiva groep nam toe, in de hardloopgroep af. Ook de veranderingen in bloeddruk en (variabiliteit in) hartritme waren in het voordeel van de hardloopgroep. De longfunctie verbeterde ook in de hardloopgroep.

 

Wat betekent dit voor de praktijk?

Dit onderzoek laat zien dat vergelijkbare behandelresultaten behaald kunnen worden met hardlooptherapie en antidepressiva ondanks dat de therapietrouw in de hardloopgroep lager was en 14 deelnemers afvielen voordat zij zouden starten met hardlopen. Ook eerder onderzoek naar beweeginterventies laat zien dat therapietrouw lastig is en dat mogelijk betere resultaten behaald kunnen worden bij hogere therapietrouw.

 

De onderzoekers suggereren dat de positieve behandeleffecten van beweging mogelijk gerelateerd zijn aan de impact van beweging op het autonome zenuwstelsel en longcapaciteit gezien zij een verbetering zagen in bloeddruk, variabiliteit in hartritme en longfunctie, met name in de deelnemers die tenminste aan 70% van de hardloopsessies meedeed.

 

Het studiedesign van dit onderzoek: partially randomized patient preference design heeft zowel voordelen als nadelen. Maar 15% van de deelnemers koos om gerandomiseerd te worden. Deze groep was hierdoor te klein om aparte analyses in te doen. Daarnaast was de hardloopgroep twee keer zo groot als de antidepressiva groep. Een pragmatisch voordeel van het studiedesign is dat de resultaten beter generaliseerbaar zijn naar een bredere patiëntpopulatie. Patiënten met een grotere voorkeur voor een van de behandelingen, had namelijk anders waarschijnlijk niet meegedaan aan dit onderzoek. Een nadeel van dit onderzoek is de korte follow-up duur van 16 weken.

 

Concluderend laat dit onderzoek zien dat hardlooptherapie als volwaardig alternatief kan worden aangeboden voor de behandeling van depressieve stoornissen en angststoornissen. Met als bijkomend voordeel dat de lichamelijke gezondheid verbetert. Hierbij moet worden opgemerkt dat de meeste deelnemers zelf hun behandelstrategie kozen en hier dus waarschijnlijk gemotiveerd voor waren, maar dit is niet anders dan de reguliere klinische praktijk.

 

Besproken artikel

Josine E. Verhoeven, Laura K.M. Han, Bianca A. Lever-van Milligen, Mandy X. Hu, Dóra Révész, Adriaan W. Hoogendoorn, Neeltje M. Batelaan, Digna J.F. van Schaik, Anton J.L.M. van Balkom, Patricia van Oppen, Brenda W.J.H. Penninx, “Antidepressants or running therapy: Comparing effects on mental and physical health in patients with depression and anxiety disorders“, Journal of Affective Disorders, Volume 329, 2023, Pages 19-29, ISSN 0165-0327, https://doi.org/10.1016/j.jad.2023.02.064.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!