Slechts 1% van alle peer-reviewed artikelen over geestelijke gezondheid komt uit Arabische landen (Maalouf et al., 2019). Deze gebrekkige wetenschappelijke basis draagt mogelijk bij aan de beperkte zorg- en dienstverlening gericht op psychische problemen, vooral bij kinderen en jongeren. En dat terwijl bekend is dat psychische problematiek absoluut geen Westers fenomeen is.
Het Midden-Oosten is veel geteisterd door oorlog en bezetting, en dit heeft invloed op de geestelijke gezondheid. Libanon bijvoorbeeld, een land qua oppervlakte vier keer zo klein als Nederland, heeft een lange geschiedenis van conflict, militaire bezetting (door Syrië van 1976-2005, door Israel van 1982-2006), economische malaise, en politieke instabiliteit. Al deze factoren zijn natuurlijk sterke risicofactoren voor het ontwikkelen van psychische problemen.
Maalouf en collega’s hebben – voor het eerst – recent een grote nationale steekproef gedaan om in kaart te brengen wat de prevalentie van psychische problemen is bij kinderen in adolescenten in Libanon.
Hoe werd dit onderzocht?
In de “Psychopathology in Children and Adolescents in Lebanon Study (PALS)” studie werden 1517 kinderen en adolescenten in de leeftijdsrange van 5 tot 18 jaar geïncludeerd. Inclusie vond plaats middels multi-stage probability sampling in geheel Libanon: hierin werden eerst wijken geïdentificeerd in steden en dorpen, vervolgens werden straten geselecteerd op basis van belangrijke lokale oriëntatiepunten (zoals een kerk, moskee, stadhuis etc.) in deze wijken, en ten slotte werden in deze straten willekeurige huisbezoeken uitgevoerd. In deze huishoudens werden kinderen en hun ouders geïnterviewd en meerdere vragenlijsten werden afgenomen als screeners voor psychische problemen.
Deze vragenlijsten waren gevalideerd en beschikbaar in het Arabisch. Naast demografische gegevens, voorgeschiedenis, schoolprestaties en vragen over tabaks- en alcoholgebruik ging dit om de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ), Mood and Feelings Questionnaire (MFQ), Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders (SCARED), Child Revised Impact of Events Scale (CRIES), Conflict Behavior Questionnaire (CBQ), Peer Relations Questionnaire (PRQ), General Health Questionnaire (GHQ-28).
Scores op deze vragenlijsten werden gedichotomiseerd in boven of onder de afkapwaarde van de screener. De prevalentie hiervan werden gemeten in de leeftijdsgroepen 5 tot 8, 8 tot 12, en 12 tot 18 jaar, en correlaties met demografische variabelen werden berekend.
Wat waren de uitkomsten?
Ongeveer een derde van de sample (n = 497, 32.7%) scoorde boven de afkapwaarde voor ten minste één psychiatrische diagnose. Hiervan had 41.2% een hoge score voor twee of meer diagnoses.
Hogere prevalentie was geassocieerd met oudere leeftijd (adolescentie), lager gezinsinkomen, chronische lichamelijke ziekte, slachtoffer van pesten, en familiaire belasting voor psychiatrische aandoeningen.
Vooral in de leeftijdsgroep 8 tot 12 en 12 jaar of ouder was een hoge prevalentie van mentale klachten, namelijk 31.6% en 46.6%, respectievelijk. Met name angst en traumagerelateerde problematiek kwamen veel voor. Slechts 5% van de kinderen die boven de afkapwaarde van de screener scoorde heeft ooit professionele hulp voor deze psychische problemen gezocht. Dit terwijl een veel groter deel van hun ouders aan gaf dat er wel hulp nodig was (14.9%).
Beperkingen
Er vallen kanttekeningen te plaatsen bij de cross-sectionele aard van de data alsmede het gebruik van alleen vragenlijsten zonder uitgebreide diagnostiek door ervaren clinici. Dit maakt het lastiger om conclusies over oorzaak-gevolg (oftewel causaliteit) te maken. Maar dat is (helaas) hoe het vaak werkt in grote population-based designs. Ook zal er een selectiebias hebben gespeeld waarin gezonde proefpersonen meer geneigd zijn om deel te nemen aan onderzoek dan mensen met meer problemen en risico’s. Maar dit zal hoogstwaarschijnlijk betekenen dat de daadwerkelijke prevalentie van psychische problemen nog hoger zal liggen dan wat in deze studie gevonden is.
Wat betekenen deze resultaten?
Met bovenstaande beperkingen in het achterhoofd laten deze data overtuigend zien dat 1 op 3 Libanese kinderen en adolescenten hoog scoort op screeners voor psychische problemen, met vooral een hoge last voor post-traumatische en angstklachten. Deze zorgelijk hoge getallen zijn vergelijkbaar met landen die al lange tijd onder conflict gebukt gaan, zoals Irak (Freh, 2016).
Opvallend was dat slechts 5% van alle kinderen die scoorde boven de afkapwaarde voor de screeners ooit professionele GGZ hulp heeft gezocht. Deze treatment gap is aanzienlijk groter dan in Europese landen of de VS, wat kan komen door beperkte beschikbaarheid en toegang tot GGZ gezien de gezondheidszorg in Libanon voornamelijk privaat gefinanceerd is. En dat terwijl een laag inkomen juist een risicofactor voor het ontwikkelen van psychische problemen is, zoals ook bleek uit deze studie. Ook kunnen slechte (h)erkenning van psychische problemen en stigma een rol spelen, al moet meer onderzoek gedaan worden naar hoe dit een rol speelt in Libanon. Gelukkig is er sinds enkele jaren wel een nieuwe landelijke GGZ-strategie die als doel heeft om implementatie van en toegang tot de GGZ in Libanon te verbeteren.
Deze cijfers kunnen ons veel vertellen over de lijdensdruk van de door conflict veroorzaakte psychische problemen in het Midden-Oosten, waar GGZ-professionals al langer de noodklok luiden. Zij stellen zelfs vragen bij de term PTSS, gezien het trauma zich op dit moment voltrekt. Je kan dan niet spreken van een post-traumatische staat . Reuters en The Guardian beschreven medio oktober al dat kinderen de rekening betalen van de huidige oorlog en belegering: een toename van angst, slaapproblemen, gedragsproblemen, enuresis en zelfs convulsies. En alhoewel het optuigen van psychische noodhulp niet verkeerd kan zijn, de enige eerste oplossing is een staakt het vuren op weg naar vrede (Jabr & Berger, 2024; Gallagher, 2024).
Met het opnieuw oplaaien van het geweld in het Midden-Oosten, is het gemakkelijk om het belang van structurele verbeteringen in de GGZ uit het oog te verliezen. En toch blijft het absoluut noodzakelijk om meer te investeren in onderzoek naar psychisch lijden onder kinderen en jongeren in “niet-Westerse” landen. Barrières naar toegang tot zorg moeten met prioriteit onderzocht worden. Maar naast onderzoek is implementatie van goede GGZ onontbeerlijk. Zoals de Lancet Commission on Global Mental Health het mooi verwoordt: ‘no sustainable development without mental health’ (Patel et al., 2018).
Besproken artikel
Maalouf FT, Alrojolah L, Akoury-Dirani L, Barakat M, Brent D, Elbejjani M, Shamseddeen W, Ghandour LA. Psychopathology in Children and Adolescents in Lebanon Study (PALS): a national household survey. Soc Psychiatry Psychiatr Epidemiol. 2022 Apr;57(4):761-774.
Andere referenties
Freh FM (2016) PTSD, depression, and anxiety among young people in Iraq one decade after the American invasion. Traumatology, 22 (1): 8-17.
Maalouf FT, Alamiri B, Atweh S, Becker AE, Cheour M, Darwish H, Ghandour LA, Ghuloum S, Hamse M, Karam E, Khoury B, Khoury SJ, Mokdad A, Meho LI, Okasha T, Reed GM, Sbaity E, Zeinoun P, Akl EA (2019) Mental health research in the Arab region: challenges and call for action. Lancet Psychiatry, 6(11): 961-966.
Jabr S, Berger E. Palestine meeting Gaza’s mental health crisis. Lancet Psychiatry. 2024 Jan;11(1):12.
Gallagher M. Health Care Workers and War in the Middle East. JAMA. 2024 Jan 9;331(2):170.
Patel V, Saxena S, Lund C, Thornicroft G, Baingana F, Bolton P, Chisholm D, Collins PY, Cooper JL, Eaton J, Herrman H, Herzallah MM, Huang Y, Jordans MJD, Kleinman A, Medina-Mora ME, Morgan E, Niaz U, Omigbodun O, Prince M, Rahman A, Saraceno B, Sarkar BK, De Silva M, Singh I, Stein DJ, Sunkel C, UnÜtzer J. The Lancet Commission on global mental health and sustainable development. Lancet. 2018 Oct 27;392(10157):1553-1598.