Negen maanden geleden schreven anderen1 op dit platform dat onze afweermechanismen onder druk zijn komen te staan door corona. Dit werd door overzeese collega’s herkend en beschreven2. In deze onzekere, angstig en eenzame tijd zou men volwassen (neurotische) afweermechanismen inwisselen voor meer primitieve afweermechanismen. In de praktijk zien we inderdaad voorbeelden van ontkenning (COVID-19), idealisatie (de zorghelden), somatisatie (veelvuldig testen) en het splitsen van een object (het kabinet deugt niet). Aangezien het inzetten van afweermechanismen een onvrijwillig mechanisme is3, is het ingewikkeld om deze bewust meer of beter in te zetten. Vaillant3 vergelijkt onze afweermechanismen met koorts en leukocytose als reactie op een infectie.
Als gevolg van tekortschietende volwassen afweermechanismen worden ook de initieel door Corona aangewakkerde negatieve gevoelens versterkt. We ervaren angst over het besmetten van ouders die tot de risicogroep behoren. We zijn bang om ook zelf ziek te worden. We voelen onzekerheid bij het maken van plannen die ons (juist!) helpen uit de dagelijkse sleur te ontsnappen en te kunnen uitzoomen. We lijden aan eenzaamheid door alle beperkende maatregelen. Dit geldt al helemaal voor singles die nu zijn overgeleverd aan datingapps en wandelingen tot 21.00 uur in de vrieskou. En we moeten veel geduld hebben tot het moment dat het leven weer normaal wordt (waarbij er nu zelfs meer restricties gelden dan negen maanden geleden).
Als we binnen onze beroepsgroep bekijken wie het meest last heeft van de gevolgen van Corona, dan denk ik dat de onderzoeker er bij een rangschikking minder goed van af komt dan, zeg, een AIOS op de (poli)kliniek. In normale tijden gaat het doen van onderzoek bij vele onderzoekers namelijk al gepaard met angst, onzekerheid en eenzaamheid4. Er moet geduldig worden gewacht op eventuele, maar hoe dan ook uitgestelde, beloningen. Peter Loewenberg, een psychoanalytisch historicus, beschreef de onderzoeker zelfs als een impotent kind, afhankelijk van zijn ouders (lees: supervisor)5.
In Corona-tijd worden al deze negatieve gevoelens nog meer versterkt. Er zijn geen congressen waar de kick van een praatje het eerder afgewezen artikel weer goed kan maken. Evenmin kun je je opladen bij gezellige promovendi-borrels. En door Corona gaan de inclusies zelfs nog trager dan gebruikelijk. Wat overblijft ben jij met de laptop als collega en de conclusie dat je Advanced Statistics Course het hoogtepunt van de week is. Een toename aan angst en onzekerheid komt het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden niet ten goede, noch de creativiteit van het onderzoek zelf.
Natuurlijk moet dit ‘lijden’ in perspectief worden gezien: er is in elk geval iets te doen, we hebben een vast inkomen en de kans om tijdens werk Corona op te lopen is nihil. Kortom, er rest ons onderzoekers in Corona-tijd niets anders dan door bikkelen en onze vindingrijkheid en creativiteit inzetten om onze zegeningen te tellen en de eerder beschreven negatieve gevoelens in perspectief te blijven zien. Op welke manier(en) dat het beste gaat? Daar probeer ik achter te komen. Misschien door het inzetten van volwassen afweermechanismen als sublimatie en rationalisatie zoals een collega opmerkte bij het lezen van deze column. Zoals hiervoor beschreven is het ingewikkeld om deze bewust in te zetten. Maar misschien niet onmogelijk!
1. Naarding P, Van den Enden, A., Van Veen, S. De Corona-crisis, existentiële problemen en psychiatrie. De Jonge Psychiater.
2. Walker G, McCabe T. Psychological defence mechanisms during the COVID-19 pandemic: A case series. Eur J Psychiatry. Jan-Mar 2021;35(1):41-45.
3. Vaillant GE. Involuntary coping mechanisms: a psychodynamic perspective. Dialogues Clin Neurosci. 2011;13(3):366-370.
4. Cantor G. The loneliness of the long-distance (PhD) researcher. Psychodynamic Practice. 2020/01/02 2020;26(1):56-67.
5. Loewenberg P. Decoding the past : the psychohistorical approach. 1st ed.. ed. New York: New York : Knopf : Distributed by Random House; 1983.