De psychiatrie krijgt vaak kritiek. In het afgelopen jaar zijn er meerdere voorbeelden te noemen waarbij de psychiatrie in de media in een slecht daglicht werd gezet. Berichten over het falen van zorg in de GGZ door lange wachtlijsten (1), onvoldoende herstel ondanks behandeling (2) en de overlast die verwarde personen veroorzaken (3) zijn slechts enkele voorbeelden. Bij de meeste psychiaters werkzaam in de GGZ veroorzaken deze negatieve berichten irritatie over de onjuistheid en eenzijdigheid. Desondanks wordt er vanuit de beroepsgroep verhoudingsgewijs weinig tegengeluid geboden. Wat is de reden? En wat is de beste manier voor psychiaters en psychiaters in opleiding om om te gaan met negatieve kritiek op de psychiatrie?
Het fenomeen negatieve kritiek op de psychiatrie bestaat al lang. Denk bijvoorbeeld aan de antipsychiatrie-beweging of de Scientology kerk. Bovendien komt de kritiek uit verschillende hoeken: vanuit de maatschappij, eigen professie, andere medisch specialisten en van patiënten. Kritiek is nuttig en een belangrijke manier om te reflecteren op ons vak. Maar kritiek geuit zonder context, kan mogelijk schadelijk zijn voor onze patiënten, die als gevolg van onjuiste informatie ontmoedigd raken om hulp te zoeken voor hun psychiatrische klachten. Dit vergroot het gevoel van schuld en stigma, zowel bij onze patiënten alsook hun omgeving. Met deze achtergrondinformatie lazen wij een aantal artikelen op Psychiatric Times (4-6, 8).
In deze serie van artikelen schreven Daniel Morehead, psychiater en opleider psychiatrie aan het Tufts Medical Center (Boston, Massachutes, USA) en Awais Aftab, psychiater, filosoof en universitair docent aan Case Western Reserve University (Cleveland, Ohio, USA) over de negatieve berichtgeving over de psychiatrie. Ze debatteerden over hoe wij als psychiaters moeten omgaan met negatieve kritiek op ons vak (4). “Stop met het negeren en tolereren van deze kritiek” is het pleidooi van Daniel Morehead. In zijn onlangs verschenen boek “Science over Stigma” (9) promoot hij het verdedigen van ons vakgebied. Hij is van mening dat psychiaters een actieve houding hierin moeten aannemen. Aftab daarentegen vindt dat kritiek op de psychiatrie omarmd en gebruikt moet worden om verbetering binnen ons vakgebied te realiseren. In zijn column serie “Conversations in Critical Psychiatry” (8) neemt hij zelf ook geen blad voor de mond en spreekt hij kritisch over de beperkingen en klinische toepasbaarheid van de DSM, het lange termijn gebruik van medicatie en de invloed van de industrie en corruptie in het wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrische stoornissen en de behandeling ervan. Over één bron van kritiek zijn ze het onverdeeld eens: kritiek geuit door onze patiënten en ervaringsdeskundigen. Erkenning en aandacht hiervoor is van wezenlijk belang voor verbetering van de kwaliteit van psychiatrische zorg. Naast positieve verhalen, zijn er genoeg voorbeelden van patiënten, die als gevolg van uitblijven van tijdig juiste behandeling of onjuist ingezette behandeling schade hebben opgelopen (9). Hun geluid moet altijd serieus genomen worden.
Volgens Morehead is de tijd aangebroken en is het in belang van onze patiënt dat we als psychiaters opstaan om misverstanden over psychiatrische stoornissen de wereld uit te helpen door meer psycho-educatie in het publieke domein te bieden. Maar ook door te balanceren. Door te zoeken naar op welke momenten een reactie op negatieve kritiek nodig is en op welke momenten we de kritiek ter harte nemen om tot verbetering van ons vakgebied te komen. In de opleiding tot psychiater is er ruime aandacht voor de inhoudelijke kant van de psychiatrie. Daarnaast worden we in de psychiatrie bij uitstek opgeleid om onze communicatieve vaardigheden in het gesprek met onze patiënten en hun naasten te ontwikkelen en optimaliseren. Communicatieve vaardigheden inzetten in het publieke domein is echter van een andere orde en komt onvoldoende aan bod tijdens de opleiding en nascholing van psychiaters. Gelukkig hebben steeds meer psychiaters de moed om zich uit te spreken over de psychiatrie en het voorbeeld van Morehead te volgen.
De visie van Morehead spreekt ons als jonge psychiaters enorm aan. Kritiek is belangrijk en moet blijven bestaan, het is van belang om te luisteren naar de ervaringen van patiënten, hun naasten en collega’s om tot verbeterdoelen te kunnen komen. Het is echter net zo belangrijk om van tijd tot tijd stil te staan bij wat er wel goed gaat in de psychiatrie en dit te benoemen. Dit kan in de spreekkamer met de patiënt en de naasten in de vorm van psychoeducatie, maar ook naar collega’s toe. We worden hierbij ondersteund door de wetenschap: zo weten we dat antidepressiva over het algemeen goed werken bij het behandelen van een ernstige depressieve stoornis (10) en dat er een grote vooruitgang is geboekt met psychotherapeutische behandelingsvormen indien medicatie niet gewild of gewenst is (11). En mocht je als psychiater of psychiater in opleiding, een breder publiek willen bereiken, dan kun je het platform van De Jonge Psychiater daar uitstekend voor gebruiken.
Referenties
1. https://nos.nl/op3/artikel/2389290-nog-altijd-wachten-wachten-wachten-in-de-ggz-ervaar-hier-hoelang
2. https://www.nrc.nl/nieuws/2021/07/02/uw-depressie-duurt-te-lang-onze-behandeling-stopt-hier-a4049525
3. https://www.ggznieuws.nl/politie-wil-snellere-hulp-van-de-ggz-bij-verward-gedrag/
4. https://www.psychiatrictimes.com/view/its-time-for-us-to-stop-waffling-about-psychiatry
5. https://www.psychiatrictimes.com/view/its-time-for-us-to-realize-we-are-all-on-the-same-side
7. https://www.psychiatrictimes.com/view/science-over-stigma-education-advocacy-mental-health
8. Conversations in Critical Psychiatry (psychiatrictimes.com)
9. Psychologen met verschillende rugzakjes. Frank Gerritse en Chantal van Kempen. Medisch Contact 46. Nov 2022.