In deze rubriek in De Psychiater pakken de redactieleden van De Jonge Psychiater om beurten de pen op om hun persoonlijke visie op de psychiatrie te ontvouwen. Deze keer is dat Sem Cohen, psychiater in opleiding. Hij promoveert bij het Amsterdam UMC en het College Beoordeling Geneesmiddelen, waar hij onderzoek doet naar de medicamenteuze behandeling van dwangstoornissen.
Ze wachtte een maand op een afspraak voordat ze eindelijk aan de beurt was. Zenuwachtig belde ze aan bij een kast van een huis en werd binnengelaten in een chique kantoor. Achter zijn bureau zat de psychiater die haar specialistische keuring zou gaan uitvoeren. Hij keek haar kort onderzoekend aan, vroeg hoe het ging (‘Goed’) en vroeg naar haar medicatie. Of ze bijwerkingen had? Ze schudde nee. ‘Dat lijkt me in orde.’ Goedgekeurd. Na vijf minuten stond ze buiten, een positieve verklaring rijker en tweehonderd euro armer. Een bedrag dat ze aan de deur in cash moest afrekenen. De vrouw die mij dit vertelt, had haar rijexamen in één keer gehaald. Maar bij aanvragen van haar rijbewijs vinkte ze eerlijk aan dat ze in het verleden een depressie had gehad en daar medicatie voor slikte. Hierop vroeg het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) haar om een medische verklaring, die ze door haar eigen psychiater liet invullen.
Wekenlang hoorde ze niets, tot haar werd medegedeeld dat de huidige informatie onvoldoende was en dat ze naar een onafhankelijke psychiater moest. Waarom, dat bleef onduidelijk. Zou haar medicatie de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden? Had ze mogelijk cognitieve klachten die de concentratie beïnvloeden? Of was men bang dat ze zich te pletter zou rijden? Maar ze slikte de medicatie al meer dan een jaar zonder problemen, en trouwens, ze had haar examen in één keer gehaald dus met die cognitie zat het ook wel goed. Suïcidaal was ze niet, wat ook allemaal in de eerste medische verklaring te lezen was. Hoe dan ook, die specialistische keuring bracht geen nieuwe inzichten. Het was niets meer dan een administratieve stap, nog een vinkje om af te vinken. Het verhaal raakte me, want het is tekenend voor het gebrek aan vertrouwen van de maatschappij in deze jonge vrouw. Een zoveelste sociale nederlaag. Rijden staat voor een gevoel van vrijheid en zelfbeschikking, maar het is meer dan alleen symbolisch: autorijden is voor veel mensen nog steeds belangrijk voor het vinden en houden van een baan. Wijzen naar het CBR volstaat hier niet, dat heeft immers simpelweg het beleid van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uit te voeren. Maar het zijn onze collega’s die de keuringen uitvoeren, en onze patiënten die ze moeten ondergaan. Jaarlijks worden meer dan 15.000 mensen verwezen voor een specialistische keuring wegens psychische klachten, en dat is exclusief middelengebruik (cijfers nagevraagd bij het CBR). Vanuit de NVvP bestaan wel richtlijnen voor alcohol- en drugsgerelateerde rijkeuringen, maar niet voor de overige groep psychische klachten. Dat werkt willekeur in de hand.
‘ Vrijheid van iemand met psychische klachten wordt duur betaald ’
Als wij maatschappelijke inclusie hoog in het vaandel hebben, en als we tegelijkertijd de veiligheid op de weg willen waarborgen, laten we als beroepsgroep dan onderzoek doen naar de huidige stand van zaken rondom rijgeschiktheidskeuringen bij mentale klachten. Dat zou het opstellen van een richtlijn kunnen betekenen. En trouwens, als het gaat om een gezondheidskwestie, waarom is een keuring niet declarabel bij de zorgverzekering? Het is niet niks, dat begrijp ik, maar tot we deze kwestie hebben aangepakt wordt de vrijheid van iemand met psychische klachten duur betaald.