Gek genoeg hebben in 2019 zowel een psycholoog (link) als een psychiater (link) een soortgelijk boek geschreven waarin ze aandacht vragen voor de penibele situatie in de GGZ. En om het toeval nog meer te tarten heten beide schrijvers ook Frits. Het boek van Frits Bosch (psycholoog) werd al eens eerder gerecenseerd op DJP. Psychiater Frits Oostervink schreef het boek Help, de psychiater wordt geken lucht op zijn hart over de huidige stand van de psychiater in de psychiatrie. Is het een must-read? Nou, als je op zoek bent naar alle ins en outs van de ouderenpsychiatrie en/of als je altijd al een keertje een uitgebreide verslaglegging wilde lezen van een oudere psychiater die een montere, wat passieve strijd tegen het ‘management’ voert dan is dit echt het boek voor jou. Voor alle andere lezers, zou ik niet weten of het de moeite waard is.
Het boek “Help, de psychiater wordt gek” beschrijft een werkweek van psychiater Oostervink. Door de beschrijving van vijf dagen geeft hij zijn lezers een kijkje in zijn behandelpraktijk en zijn gevecht met het management. Langs casuïstiek van tientallen patiënten komt het chronische tekort aan tijd en aandacht naar boven waar psychiater Oostervink al jaren mee worstelt. En het is een moedig man. Hij is plichtsgetrouw, een echte dokter met een groot hart voor zijn patiënt, een hele secure, digitaal onhandige en loyale werknemer en een lieve, soms mopperende psychiater die zichzelf wel eens kan verliezen in de details en zijn gezworen trouw aan het vak.
Als recensent neem ik een boek serieus. Ik lees het en vraag me af wat de kracht is van het boek. Wat drijft de auteur om zoveel uren in de pen te klimmen? Het lijkt me een enorme kwelling en een lijdensweg om over dit frustrerende onderwerp een boek te schrijven, maar goed, Oostervink heeft het gedaan. En als recensent probeer ik naast alle bovenstaande vragen, ook te bedenken wat de grootste tekortkomingen zijn. Allereerst de kracht.
De kracht van het boek zit niet in literaire schoonheid, in spitsvondigheid of in de creativiteit. Niet in de vernieuwing, niet de verbeeldingskracht en zelfs niet in de inhoudelijke verdieping. De kracht van het boek zit in de documentatie. Het boek beschrijft uitvoerig voorbeelden uit de huidige psychiatrische praktijk. Het beschrijft hoe de bureaucratische last een psychiater kan opvreten en hoeveel invloed het management heeft op sommige psychiaters. Bovendien is het krachtig dat Oostervink heeft gedurfd om over zijn eigen kwetsbaarheid (burn-out) te schrijven. Daar kun je alleen maar bewondering voor hebben.
Daarbij kreeg ik een vreemd gevoel in mijn buik toen Oostervink over zijn motivatie om een boek te schrijven begon. Oostervink vond juist inspiratie bij de zware, teleurstellende gesprekken met zijn managers waarin hij zich als een kind bejegend en behandeld voelde. Oostervink was boos, en dat moest worden opgetekend. Het boek werd dus gelardeerd met een veelheid aan doorgemaakte teleurstellingen in de bedrijfsvoering van iedere GGZ. Inhoudelijk klopt het, maar ik vraag me af of dat het boek sterker heeft gemaakt. Ik werd er als lezer enerzijds een beetje moe van en anderzijds voelde ik sympathie voor die arme Oostervink die werd overspoeld door zijn ambivalente gevoelens naar zijn managers. Een ouderenpsychiater die behandeld werd als een kind, ook best ironisch.
En de tekortkomingen van het boek? Ach, misschien heeft u ze al tussen de regels gelezen. Oostervink is ook een beetje een zeurpietje. Hij moppert op het management, op het gebrek aan tijd en op de enorme bureaucratie. Deze klachten zijn onder psychiaters uitgebreid bekend. Iedereen worstelt ermee. Het gaat er echt om hoe je ermee omgaat. Voor Oostervink is dat ook de moeilijkheid. Hij verdient beter, dat sowieso, maar ik kreeg het ook een beetje benauwd van zijn passiviteit naar het management toe. Waar is de proactieve strijd? Waar is het verzet? Wat is er mis met een ordinaire werkweigering om het management even wakker te schudden?
Waarom kun je niet gewoon vriendelijk, charmant en een beetje spottend naar een manager lachen bij het bespreken van je productie? Vertel je manager dat je helemaal niet geïnteresseerd bent in productiecijfers, dat het je diep in je ziel geen ene bal kan schelen. Maar dat je bij een jaargesprek juist wil praten over je kwaliteiten, over alle patiënten die je hebt beter gemaakt en over wat je voor je afdeling, je verpleegkundig team en voor je patiënten betekent. Productie is belangrijk, maar je werkplezier is zoveel belangrijker, anders hou je het niet vol, zelfs Oostervink niet. We moeten die managers ook een beetje opvoeden, denk ik dan. Het is hartstikke goed dat ze eens een psychiater horen die niet naar ze luistert, die zijn eigen koers vaart.
Het boek is daarom niet zozeer geschikt als literatuur, en ook niet als een luchtig zomerboek of als een pageturner die je voor het slapen gaan maar door blijft lezen en te laat naar bed gaat. Daarvoor is het te gedetailleerd. Echter, het zou uitstekend dienen als een beleidsdocument voor de NVvP. Daarin kan het een belangrijke rol vervullen omdat het een stem laat horen die door vele psychiaters zal worden onderschreven.