Het concept van burn-out desintegreert in het nieuwe boek van Christiaan Vinkers

Als behandelaar in de Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) heb je het vast wel eens meegemaakt: bij afronding van het diagnostisch traject bespreek je dat de klachten van de patiënt het beste passen bij een depressie. Patiënt en familie knikken instemmend, maar vragen zich toch nog af: is het geen burn-out? Je hebt deze vraag vaker gehad en hebt je antwoord dan ook klaar: burn-out, depressie en angststoornissen zijn andere namen voor overlappende problemen. In de GGZ gebruiken we het begrip burn-out niet. ‘Opgelost’ zou je zeggen, maar ondertussen is er toch een vertwijfeld stemmetje in je eigen hoofd dat vraagt: klopt dit wel? Zijn burn-out en depressie wel hetzelfde? En waarom kiezen we eigenlijk voor dat laatste? Kunnen we burn-out wel zo stellig wegwuiven?

 

 

Medeoprichter van De Jonge Psychiater, professor in de stress en psychiater Christiaan Vinkers is al jaren in de ban van deze vragen. Op zijn zolderkamer spitte hij stilletjes door een ongelofelijke berg richtlijnen, nieuwsberichten, classificatiesystemen en onderzoeken met de vraag: wat is een burn-out precies?

 

Dit monnikenwerk leverde een mooi boek op, passend getiteld ‘in de ban van burn-out’. In 281 bladzijden tekst en 44 bladzijden aan bronvermelding legt hij uit wat velen intuïtief al jaren begrijpen: burn-out is een matig omschreven diagnose met een twijfelachtig bestaansrecht. Wat alleen tot nu toe nog niemand had gedaan, is écht goed uitzoeken en opschrijven waarom dit zo is. Het boek kan dan ook wel eens een keerpunt betekenen in ons maatschappelijke gesprek over burn-out. Hierbij helpt het dat de laatste hoofdstukken diep ingaan op een op stress gebaseerd alternatief voor burn-out en dat er op basis van dit model verschillende betere oplossingen denkbaar zijn.

 

Het boek roept fundamentele vragen op over nosologie, dichotome classificaties en de maatschappelijke functie van ziekte. Het doet daarmee denken aan het werk van Jim van Os rondom schizofrenie, vooral in het hoofdstuk ‘burn-out bestaat niet’ zijn de overeenkomsten niet te missen. Dat het boek in Het Parool direct wordt gereduceerd tot deze quote mag dan ook geen verrassing zijn.

 

Waar het verschilt, is dat Vinkers de waarde van de DSM wel intact laat en hij dit classificatiesysteem meermaals in het boek ‘wetenschappelijker’ noemt dan burn-out. Deze simpele uitleg mist voor de lezende professional soms wat diepgang. Dat burn-out een problematisch concept is, wordt bij het lezen van dit boek snel duidelijk. Waarin dit nou verschilt van andere psychiatrische classificaties blijft wat vaag. Het was goed geweest als hier meer aandacht naar uit was gegaan. Hoe kwamen de DSM-5 en de ICD-11 tot stand? Wat is psychometrie? En hoe werkt Cronbach’s alfa ook alweer?

 

Een tweede verbeterpunt is dat het boek wel heel snel de rapporten en onderzoeken induikt en daardoor weinig stilstaat bij het perspectief van de mensen die lijden aan wat we nu dus een ‘burn-out’ noemen. Hoewel Vinkers de klachten van mensen met burn-out nergens diskwalificeert en terecht benoemt dat er al bibliotheken zijn volgeschreven met ervaringsverhalen, had deze toevoeging zijn werk wat sympathieker en completer gemaakt.

 

Al met al is ‘in de ban van burn-out’ een belangrijk en zeer grondige studie van een frequent voorkomend maatschappelijk fenomeen. Alle aannames, intuïties en mythes rondom burn-out worden kritisch tegen het licht gehouden en dan blijft er in de regel weinig van over. Het is hoog tijd dat wij dit ons als GGZ gaan aantrekken.

 

Referentie:
In de ban van burn-out
Christiaan Vinkers
Uitgever: Prometheus
ISBN: 9789044651089
328 pag.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks een update over de nieuwste artikelen van De jonge psychiater

Gerelateerde artikelen
Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!