Waarom dit onderzoek?
De term Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK, in het Engels: persistent somatic symptoms, PSS) verwijst naar chronische lichamelijke klachten, ongeacht of er een duidelijke lichamelijke oorzaak is gevonden. De eerder gebruikelijke term SOLK (Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten) is inmiddels verlaten, omdat ALK minder nadruk legt op het al dan niet somatisch verklaarbaar zijn van de klachten.
Eerder onderzoek heeft laten zien dat ALK relatief vaak voorkomt bij niet-westerse migranten in westerse samenlevingen, maar gerapporteerde prevalenties lopen zeer uiteen, van 12,9% tot 67%( 1). Ander onderzoek laat zien dat migranten met ALK slechtere behandeluitkomsten en hogere uitvalpercentages hebben dan patiënten zonder migratieachtergrond. Er is weinig bekend over of, en zoja hoe, bestaande evidence-based behandelingen kunnen worden aangepast om de behandelresultaten onder migranten te verbeteren. Het doel van onderstaande artikel is om hier een overzicht van te bieden.
Hoe werd dit onderzocht?
Deze ‘scoping review’ zet op een rij welke factoren de behandeling voor migranten met ALK zouden kunnen verbeteren en welke drempels er bestaan. In Pubmed en Embase werd gezocht naar artikelen in Engels, Duits of Nederlands. Interventies variërend van psycho-educatie tot psychomotore therapie en psychotherapie werden meegenomen. Artikelen die alleen specifieke onderliggende diagnoses meenamen (zoals PTSS of gevolgen van marteling), werden geëxcludeerd om te grote heterogeniteit in de onderzochte populatie te voorkomen. Twee onafhankelijke beoordelaars markeerden de geselecteerde studies als goed, redelijk of slecht op basis van de CASP checklist. Geen van de studies werd op basis hiervan geëxcludeerd.
Belangrijkste resultaten
In totaal werden 18 studies geïncludeerd: 8 prospectieve studies, 5 RCT’s, 3 observationele studies, 1 retrospectieve dossierstudie en 1 kwalitatieve studie. De studies zijn uitgevoerd in Europa (n=16) en Australië (n=2). Uit deze studies kwamen de volgende factoren naar voren die de behandeling zouden kunnen vergemakkelijken:
- Laagdrempeligheid: Het organiseren van behandelsessies “in de wijk” in plaats van in een ziekenhuis of kliniek geeft mogelijk betere behandelresultaten omdat hiermee de drempel tot behandeling wordt verlaagd. Daarnaast wordt ook het beschikbaar zijn van een arts met kennis op zowel somatisch als psychologisch gebied genoemd als belangrijke factor.
- Communicatie en cultuursensitiviteit: Onder andere het vertalen van materialen, het gebruik van tolken, het werken op een cultuurgevoelige manier, en het serieus nemen van de zorgen van patiënten kunnen behandeluitkomsten verbeteren.
- Inclusiviteit: Een groter gevoel van maatschappelijke sociale inclusie onder deelnemers correleerde in verschillende studies met betere behandeluitkomsten. Aandacht voor het vergroten van sociale inclusie lijkt dus belangrijk om mee te nemen in de behandeling.
- Non-verbale therapieën: Het gebruik van non-verbale behandelingsvormen, die ervarings- en lichaamsgericht zijn, wordt gezien als een faciliterende factor. Omdat hiervoor minder begrip van de taal nodig is, kunnen taalbarrières hiermee deels worden omzeild. Daarnaast sluit lichaamsgerichte therapie mogelijk beter aan bij culturen waar de westerse tweedeling tussen lichaam en geest minder speelt.
- Groepsbehandeling: Verschillende studies maakten gebruik van groepsbehandeling, wat het voordeel biedt van wederzijdse ondersteuning en leren. Aan de andere kant werd ook benadrukt dat mensen uit collectivistische culturen (in tegenstelling tot westerse individualistische culturen) mogelijk juist moeite zullen hebben om persoonlijke details in een groep te delen. Groepen kunnen dus zowel voor- als nadelen hebben voor deze doelgroep.
Hoe zal dit onderzoek ons vak veranderen?
Dit onderzoek benadrukt de noodzaak om behandelingen voor migranten met ALK aan te passen om zo de effectiviteit te vergroten. Belangrijke interventies hierbij zijn onder andere om rekening te houden met culturele en communicatieve barrières, wat al begint al in de eerste lijn bij de huisarts maar ook in de tweede (en derde) lijn van belang blijft. Ook zou overwogen moeten worden te werken met behandelingen die minder leunen op taalvaardigheid, zoals lichaamsgerichte therapieën. Bovenstaande inzichten zouden meegenomen moeten worden in de ontwikkeling van richtlijnen voor cultuursensitieve zorg en effectievere behandelprogramma’s voor migranten. Artsen zouden ook al tijdens de opleiding getraind moeten worden in het behandelen van migranten, met aandacht voor taalbarrières en cultuurverschillen.
Een beperking van dit artikel is dat de auteurs niet beschrijven welke definitie van ‘migrant’ zij aanhouden en of er bijvoorbeeld onderscheid mogelijk is tussen Westerse en niet-Westerse migranten, gedocumenteerd en ongedocumenteerd, of indelingen per geografische regio. Daarnaast zou het interessant zijn om na te gaan of er verschillen zijn tussen eerste, tweede en derde generatie migranten en of er een vluchtgeschiedenis is. Dit zou kunnen leiden tot meer gerichte adviezen per groep.
Verder werd in deze review slechts één kwalitatieve studie opgenomen. Juist voor een onderwerp waarbij culturele diversiteit een rol speelt zijn kwalitatieve gegevens van belang omdat deze meer inzicht kunnen geven in de achtergrond en beweegredenen van patiënten. Meer kwalitatief onderzoek naar de factoren die patiënten zelf als helpend of hinderend ervaren zou dan ook van toegevoegde waarde zijn.
Het artikel stelt dat ALK bij migranten extra aandacht verdient. Ook in de geneeskundestudie wordt vaak nog te kort door de bocht gesteld dat “depressie bij mensen van Marokkaanse afkomst zich vaak uit als buikpijn”. De scheidslijn tussen ‘rekening houden met de cultuur van de patiënt’ en symptomen of gedragingen generaliserend duiden als ‘onderdeel van de cultuur’ is hierbij soms dun. Hoewel vaak goed bedoeld kan dit laatste juist discriminatie in de hand werken. Het zou interessant zijn geweest als de auteurs ook verdere aanbevelingen hadden gedaan over hoe met deze gevoelige kwestie in de spreekkamer om te gaan.
Referentie
Van Twillert et al. Facilitating and hindering factors in the treatment of persistent somatic symptoms in migrants: A scoping review. Journal of Psychosomatic Research. Volume 186, November 2024, 111887. doi: 10.1016/j.jpsychores.2024.111887