Leidse onderzoekers hebben aangetoond dat genetische variatie in de mineralocorticoid receptor (MR) bepalend is voor iemands stress gevoeligheid en, als gevolg mogelijk ook voor de kwetsbaarheid voor verschillende stress-gerelateerde aandoeningen. De MR bindt in de hersenen vooral aan het welbekende stresshormoon cortisol, waar het de stressgevoeligheid van een individu kan beinvloeden. Daarnaast bindt de MR perifeer aan aldosteron, waar het betrokken is bij de regulatie van de zout-water balans en de bloeddruk. De onderzoekers screenden eerst het MR gen op aanwezigheid van Single Nucleotide Polymorphisms (SNPs).
Op basis daarvan werden 2 SNPs geselecteerd voor verder onderzoek naar de functionaliteit, waarbij in vitro werd aangetoond dat de SNPs de eiwit expressie en transactivatie beinvloedden. Daarna werd het effect van deze in vitro functionele SNPs bestudeerd in gezonde vrijwilligers. Een van de SNPs bleek betrokken bij variatie in de Cortisol Awakening Response na dexamethason toediening. Combinaties van de 2 verschillende SNPs beinvloedden de cortisol respons en de hartslag reactie tijdens acute psychosociale stress. Ook variatie in de perceptie en verwerking van chronische stress werd geassocieerd met de verschillende haplotypes. In een kleine groep patienten met angst en/of stemmingsstoornissen bleken de SNPs geassocieerd te zijn met het voorkomen van neuroticisme, wat zou kunnen bijdragen aan de kwetsbaarheid voor stress gerelateerde aandoeningen. Bij veel van deze associaties was sprake van een gender effect waarbij mannen en vrouwen vaak zelfs een totaal tegenovergestelde associatie lieten zien.
De onderzoekers concluderen dat genetische variatie in de MR betrokken is bij de endocriene, autonome en emotionele aspecten van de stress reactie en daardoor dus de kwetsbaarheid voor verschillende aandoeningen zou kunnen beinvloeden.