Op 12 oktober 2022 promoveert Ilse Graat aan het Amsterdam UMC en Universiteit van Amsterdam op het proefschrift ‘Off the Beaten Track; Studies on Deep Brain Stimulation for Obsessive-Compulsive Disorder’ (ook online te volgen). Hieronder volgt een samenvatting van haar onderzoek.
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) is een psychiatrische aandoening die wordt gekarakteriseerd door aanhoudende gedachten of beelden (obsessies) en repeterende handelingen (compulsies). OCS komt voor in ongeveer 2% van de algemene bevolking. In ernstige gevallen zijn de obsessies en compulsies tot wel 16 uur per dag aanwezig, hetgeen leidt tot ernstig lijden en beperkingen in het dagelijks functioneren. De reguliere behandeling van OCS is tweeledig; enerzijds kan OCS behandeld worden met medicatie, anderzijds wordt OCS behandeld met cognitieve gedragstherapie (CGT). Hoewel behandelingen in de meeste gevallen effectief zijn, reageert ongeveer 10% van de patiënten niet of onvoldoende op verschillende vormen van behandeling. Dit kan leiden tot een zeer lage kwaliteit van leven en zelfs suïcidaliteit. Deep brain stimulation (DBS) is voor deze groep patiënten nog een effectieve alternatieve behandeloptie.
DBS is een behandeling waarbij elektroden in dieper gelegen hersendelen worden geïmplanteerd, en verbonden met een soort pacemaker onder de borstspier die stroom genereert. Door de constante elektrische stimulatie worden letterlijk de afwijkende paden in de hersenen van patiënten met OCS aangepakt. In dit proefschrift werd er gekeken naar de uitkomst van DBS is in de grootste groep patiënten met een dwangstoornis ter wereld. Daarnaast werd er ook onderzocht of de selectie van patiënten voor DBS verbeterd kan worden en hoe de behandeling zelf kan worden geoptimaliseerd.
Na een jaar behandeling met DBS namen dwangklachten met 40% af en ook angst en depressie halveerden. Nog mooier was dat dit effect aanhield na 3 tot zelfs 12 jaar. Ook hadden patiënten op de lange termijn een betere kwaliteit van leven en functioneren. Bijwerkingen van DBS waren o.a. hypomane effecten zoals opgewektheid, toegenomen spraak en meer energie. Daarnaast kwamen ook impulsiviteit en slaapproblemen voor. De hypomane klachten ontstonden na het aanzetten of het ophogen van de stimulatie, en verdwenen gewoonlijk binnen één week. Bijwerkingen waren reversibel door de stimulatie instellingen aan te passen.
In het tweede deel van het proefschrift werd gekeken of de selectie van patiënten voor DBS kan worden verfijnd. In een studie werd gevonden dat patiënten die op jongere leeftijd al last kregen van dwang en/of die een persoonlijkheidsstoornis minder goed reageerden op DBS. Patiënten met goed inzicht in hun eigen klachten reageerden juist beter. DBS was ook effectief voor patiënten met zowel OCS als een bipolaire stoornis of autisme spectrum stoornis.
In het laatste deel werd onderzocht of de behandeling met DBS nog verder geoptimaliseerd kan worden. Uit een studie bleek dat op basis van diffusie-MRI’s de witte stofbanen nog nauwkeuriger weergeven kunnen worden, waardoor de DBS electroden zo geïmplanteerd worden dat patiënten minder last hebben van bijwerkingen. Ook werd een nieuwe manier van DBS-stimulatie onderzocht waarbij de stimulatie niet continu maar in pulsen werd gegeven. In een andere studie werd gevonden dat, tegen de verwachting in, de combinatie van DBS en psychotherapie niet beter was dan alleen DBS.
Uit dit onderzoek kon de conclusie worden getrokken dat DBS een effectieve behandeling is voor patiënten met therapieresistente dwangstoornis, die tevens leidt tot een betere kwaliteit van leven en functioneren. Helaas zien we dat DBS, zeker in vergelijking met neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, nog erg weinig wordt toegepast in de psychiatrie. Bij Parkinson patiënten werd DBS in de laatste decennia wereldwijd ongeveer 160000 keer toegepast, bij patiënten met een dwangstoornis 500 keer. Dit terwijl de effectiviteit van DBS bij Parkinson en dwangstoornis vergelijkbaar zijn. De vraag is hoe het komt het nou dat eenzelfde behandeling in verschillende specialismes zo anders aanslaat?
Natuurlijk is het zo dat psychiatrie en neurologie zich anders verhouden tot neurowetenschappen en neurochirurgie. Psychiatrie is een veel heterogener specialisme waarbij verschillende behandelaren andere opvattingen kunnen hebben over de oorzaak van psychische aandoeningen. Sommigen zullen het te dehumaniserend vinden om een dwangstoornis te reduceren tot een hersenaandoening. Daarnaast bestaat er ook nog steeds veel stigma rondom psychiatrie. Ongeveer 10% van de ziektelast wereldwijd wordt veroorzaakt door mentale aandoeningen, terwijl maar 2% van de gezondheidszorgkosten naar de GGZ gaan. Misschien vindt onze maatschappij DBS te duur voor mensen met psychiatrische aandoeningen. Wat tenslotte ook mee kan spelen is dat patiënten en verwijzers niet open staan voor DBS vanwege de invloed omdat DBS niet ethisch zou zijn. Uit wereldwijd onderzoek blijkt echter dat DBS een hele effectieve en veilige behandeling is voor therapieresistente OCD, dus je kan je ook afvragen; hoe ethisch is het om mensen die het nodig hebben deze behandeling te ontzeggen?
Concluderend pleiten de resultaten in dit proefschrift ervoor dat DBS wordt geaccepteerd als behandeling voor mensen met een therapieresistente dwangstoornis, en daarmee ook wordt opgenomen in de richtlijn voor dwangstoornissen.
De openbare verdediging van het proefschrift ‘Off the Beaten Track; Studies on Deep Brain Stimulation for Obsessive-Compulsive Disorder’ is met deze link online te volgen op 12 oktober om 10:00.
Het online proefschrift is hier te vinden.