Het is lovenswaardig dat alle grote kranten aandacht besteden aan misstanden in de wetenschap, zoals het wegmoffelen van resultaten in een in 2001 uitgevoerd onderzoek naar effect en veiligheid van het antidepressivum paroxetine, recent online gepubliceerd door BMJ . Het maakt echter nogal uit voor de lezer welke invalshoek je als redacteur kiest om dit nieuws te brengen.
In het op het eerste gezicht neutrale ‘ farmaceut kende gevaar depressiepil die kan aanzetten tot zelfmoord’ van Trouw (17 september online) ontbreekt het woord gedachten of poging achter het woord zelfmoord. ‘Depressiepil helpt puber niet’ (NRC, voorpagina 18 september, met erratum online) een misleidende titel die alle SSRI’s over een kam scheert en vergeet te vermelden dat paroxetine al sinds 2004 een no-go medicament is voor de kinder- en jeugdpsychiater. Ochtendzusje NRC-Next kiest een andere invalshoek, maar beschrijft in een artikel met als titel ‘ bij lange wachtlijst snel Prozac voor depressieve jeugd’ hetzelfde onderzoek en noemt en passant dat het wel omgekeerde wereld lijkt ’een middel tegen depressie dat suïcidale gevoelens juist aanwakkert’. Misschien kiest de Volkskrant met haar ‘ Farmaceut kende gevaar depressiepil die kan aanzetten tot zelfmoord’ nog de meest neutrale titel. De Volkskrant beschrijft echter hoeveel adolescenten (in het Nederlands taalgebied 18-25 jaar) vorig jaar paroxetine voorgeschreven kregen, terwijl in het verguisde onderzoek een ‘adolescent’ (engels taalgebied) populatie van 12-18 jarigen onderzocht werd.
Misschien is het goed van de gelegenheid gebruikt te maken om de multidisciplinaire richtlijn depressie en in het bijzonder het addendum jeugd, nog eens onder de aandacht te brengen. Hierin staan uitvoerig methoden voor diagnostiek, ernstbepaling en stepped care in de behandeling van een depressie bij kinderen en jongeren. Terughoudendheid met pillen is het devies, fluoxetine het enige geregistreerde SSRI voor deze indicatie en monitoring tijdens het instellen van het grootste belang. Zelfs wanneer de keuze op medicatie valt, is er altijd sprake van ‘praten en pillen’. Paroxetine komt nergens in aanbevelingen voor en is ook niet opgenomen in het veel geraadpleegde formularium van het kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie. Wetenschappelijke dwalingen opsporen en wereldkundig maken is een groot goed, maar helpt het onze patiënten om met schreeuwerige titels in de landelijke dagbladen de medicamenteuze behandeling van depressie in een kwaad daglicht te zetten?