In deze rubriek “Proud to be Psy”, geïnspireerd op een term van Menno Oosterhoff, laten we iedere twee weken een (jonge) psychiater of AIOS/ASO aan het woord die 5 dezelfde vragen beantwoordt over zijn blik op de psychiatrie en de psychiater. We interviewen psychiaters (i.o.) die elk op zijn of haar manier bezig is om op een positieve manier bij te dragen aan ons vak. Dat kan zijn doordat hij of zij ontzettend goeie patiëntenzorg levert, iets te vertellen heeft over een (eind)referaat of onderzoek, een boeiend maatschappelijk evenement (mede) organiseert of een origineel idee heeft over de richting waarin de psychiatrie zich idealiter zou kunnen of moeten ontwikkelen.
5 Vragen aan.. Arne Popma
1. Vertel eens waar ben je allemaal mee bezig ?
Ik ben met iets teveel dingen bezig op het moment, vandaar ook de vertraging bij het schrijven van dit stukje, excuus, dat verdient deze mooie rubriek niet. Maar grotendeels zijn het wel inspirerende dingen waar ik mee bezig mag zijn. De kinder- en jeugdpsychiatrie heeft de laatste jaren moeten dealen met bezuinigingen en stelselwijzigingen die veel schade hebben aangericht, maar er begint weer veel moois op te bloeien. Veel lokale bestuurders zien ons weer als betrouwbare samenwerkingspartners, er ontstaan innovatieve multidisciplinaire teams, we mogen meedenken over preventie en in de academische ziekenhuizen worden de leerstoelen kinder- en jeugdpsychiatrie weer ingevuld met frisse nieuwe mensen. Bij ons op de afdeling zeggen we nu: we voelen ons thuis in het UMC en op de hoek van de straat.
2. Dat is heel wat ! En waar ben jij trots op ?
In ieder geval dat we in Amsterdam één academisch centrum voor kinderen met somatische én/of psychische problemen aan het neerzetten zijn, samen met de kindergeneeskunde. En dat we samen met het ministerie van justitie bezig zijn om een verregaande transformatie door te voeren van de justitiële jeugdketen, met de nadruk op effectief interveniëren in plaats van repressie. Het is leuk om met wetenschappelijke kennis samen te werken met beleidsmakers om ‘het systeem’ te beïnvloeden. Ik vind dat we daar als psychiaters een belangrijke taak hebben. We moeten stoppen met uitdragen dat we zo’n ingewikkeld vak hebben en eigenlijk nog niets weten. Het is heel goed mogelijk om op basis van de nu beschikbare kennis een duidelijke mening te hebben.
3. Heb je vertrouwen in de toekomst van de psychiater?
Ja, omdat het steeds meer doordringt dat verminderen van psychische problemen, liefst zo vroeg mogelijk, hét publieke gezondheidsvraagstuk is voor de komende decennia. En omdat andere dokters steeds beter snappen dat voor veel (chronische) somatische ziekten de sleutel tot een gezonder leven vaak vooral meer zit in gedragsverandering. Dat is nu juist onze expertise.
4. Tot slot nog een laatste opmerking ?
Op 29 maart om 15.45 mag ik mijn oratie houden aan de VU in Amsterdam, wees welkom!
5. En aan wie wil jij het stokje doorgeven en waarom ?
Wim Veling is met heel mooi onderzoek naar Virtual Reality behandelingen bij psychose bezig; Ik ben benieuwd hoe het daar mee gaat.