‘Wij hadden tijdens de repetities een logica-alarm. Zodra onze improvisaties een logische opzet met een oorzaak en gevolg kregen ging het alarm en begonnen we opnieuw.’
Toen ik dit hoorde tijdens de inleiding van het toneelstuk De koning sterft1 begon ik ongemakkelijk op mijn stoel te schuiven en te twijfelen of dit wel de juiste besteding was van mijn vrije avond. Dit ongemak nam toe toen ik de rest van het publiek goedkeurend zag knikken en mij realiseerde dat ik vrijwel de enige was die de bedoeling van dit concept niet snapte. Eén van deze jaknikkers had zich een paar minuten geleden met behulp van aangepaste schoenen, een versleten wandelstok en maar liefst twee dames in de stoel voor mij gestort. Ik constateerde dat de gemiddelde leeftijd van de jaknikkers overeenkwam met die van deze man. Schuldbewust keek ik naar mijn vriendin die ik had meegesleept naar dit absurdistische stuk dat, aan het publiek te zien, niet voor onze leeftijdscategorie bedoeld was.
De uitleg ging door: ‘Deze scène over sterven mag natuurlijk niet logisch zijn, want doodgaan op jonge leeftijd is niet logisch.’ Door deze woorden verdween mijn weerstand als sneeuw voor de zon. Deze ‘logische anti-logica’ is namelijk verfrissend; vaststellen dat iets niet logisch is, geen ‘diepere’ bedoeling bevat, of geen oorzaak heeft, is zeldzaam. Het gebeurt naar mijn idee te weinig in ons vak (en misschien ook wel in het leven, om maar even in de dramatische sferen van dit – uiteindelijk prachtige – toneelstuk te blijven). Niet-logische zaken zijn namelijk onprettig. Om dit euvel te verdragen proberen wij ze toch logisch te maken. Deze reactie is invoelbaar, maar niet altijd zinvol. Daarom zou ik graag het logica-alarm ook willen toepassen op zaken in de psychiatrie die ten onrechte logisch worden gemaakt. Wellicht dat dit alarm ook van pas kan komen in uw leven, maar dat laat ik liever aan uzelf over.
Het logica-alarm kan in de psychiatrie afgaan als er foutief causaal geredeneerd wordt. Hierbij kan gedacht worden aan het logische, maar onjuiste idee dat we alle ziekten kunnen behandelen als we de oorzaak maar weten. Helaas is dit niet altijd geval; soms weten we de oorzaak maar is de ziekte (nog?) niet te behandelen (denk aan een genetische kwetsbaarheid voor een psychose). Bovendien zijn er ziekten die we succesvol kunnen behandelen zonder dat we weten wat de oorzaak is (denk aan ECT-behandeling voor een depressie). Het logische idee dat je iets op kan lossen als je weet hoe het komt is dus jammer genoeg niet altijd waar. Dit kunnen we maar beter erkennen; anders is het onmogelijk voor onze patiënten om te beseffen dat je sommige ziekten krijgt door botte pech en missen we effectieve symptomatische behandelingen.
Ook wetenschappelijke uitspraken over de psychiatrie kunnen ten onrechte logisch worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld door van een correlatie te verwarren met een causaal verband. Laat ik dit verduidelijken met een (fictief) voorbeeld: De stad Amsterdam heeft één van de grootste populaties witte-wijn-drinkers. Er zijn ook relatief veel psychiaters ten opzichte van de rest van Nederland2. Dit gegeven kan geïnterpreteerd worden als een correlatie: Er is een (toevallige?) samenhang tussen het aantal psychiaters en het aantal witte-wijn-drinkers. Maar het kan ook, in dit geval natuurlijk onjuist, logisch gemaakt worden door het verband causaal te verklaren: Door witte wijn te drinken wordt je psychiater, vandaar dat er zowel veel psychiaters als witte-wijn-drinkers in Amsterdam zijn.
Het gegeven dat twee variabelen met elkaar samenhangen terwijl we dat niet (direct) logisch kunnen verklaren (of kunnen uitleggen met een derde, confounding variabele) kan frustrerend zijn. Toch is het beter om te accepteren dat we een verband (nog?) niet snappen, als we willen voorkomen dat we straks gaan denken dat wetenschap heeft aangetoond dat je psychiater wordt door witte wijn te drinken.
Aan het eind van het toneelstuk maakt de frustratie en het verdriet over het niet-logische sterven plaats voor acceptatie. Later lees ik een interview met de hoofdrolspeelster: ‘Ik hou van het gegeven dat dingen niet per se hoeven te kloppen. […] Ik vind dat abstracte interessant, waarin alles kan.’ 3 Met haar toneelspel heeft ze laten zien dat niet-logische kwesties behalve frustrerend of verdrietig, ook interessant kunnen zijn. Ik troost me maar met die gedachte.
Referenties
- De koning Sterft ,Olivier Diepenhors/ Toneelschuur Producties
- Voor andere voorbeelden rond causaliteit: klik verder
- Interview met Abke Haring door Sander Janssens