In december 2018 zijn er zeven artikelen ‘back-to-back’ gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Science over de pathogenese van psychiatrische stoornissen. Eén artikel in Science is natuurlijk al prachtig. Een droom voor elke onderzoeker. Maar zeven artikelen die allemaal op elkaar aansluiten in één keer publiceren? Dat is ongekend. Wat staat er dan in dat het zo bijzonder maakt?
We snappen nog maar weinig van de moleculaire mechanismen van psychiatrische stoornissen. Dat komt omdat onze hersenen in hun complexiteit qua ontwikkeling en functie uniek zijn. En dat niet alleen. Aanwijzingen over wat er aan de hand is in de hersenen, in de vorm van laesies of specifieke afwijkingen, ontbreken ook. Verder is het weefsel waar het om gaat, de hersenen, vrijwel ontoegankelijk voor onderzoek bij levende personen. Waar moet je dan beginnen om de mechanismen van psychiatrische ziekten te ontrafelen?
Het afgelopen decennium is er vol ingezet op genetisch onderzoek. Enorme cohorten met verschillende groepen patiënten zijn genetisch onderzocht en vergeleken met gezonde individuen. Dit heeft per ziektebeeld lange lijsten opgeleverd met genetische regio’s die het risico op deze ziekten vergroten. Enorme prestaties die met recht in toptijdschriften zijn gepubliceerd. Deze studies lieten helaas echter ook zien dat de genetica van psychiatrische stoornissen complex is, met vele genen die allemaal een klein beetje bijdragen. De functie van veel van deze genen was nog onbekend en de methodes om dit soort data te interpreteren ontbraken.
De zeven artikelen in Science beschrijven onderzoek van het PsychEncode consortium. Dit consortium heeft zich als doel gesteld om te begrijpen hoe de geïdentificeerde genetische risicofactoren voor psychiatrische ziekten hersenontwikkeling en hersenfunctie beïnvloeden. Voor dit onderzoek werd hersenmateriaal van 2000 individuen op verschillende manieren onderzocht en dit werd weer gekoppeld aan de genetische risicofactoren.
De inhoud van deze artikelen is, net als de materie waarover ze gaan, uiterst complex. Begrippen als noncoding RNA, eQTL, chromosomal connectomes, epigenome landscapes, differential splicing, vliegen de lezer om de oren. Voor wie het wat te ver gaat om in deze donkere dagen met deze editie van Science lekker voor het haardvuur te kruipen, zullen we ze in de maand maart 2019 één voor één samenvatten. We zullen hierbij proberen om de hoofdboodschap simpel uit te leggen zodat elke psychiater, jong dan wel oud, kan meegenieten.
Referenties (met link origineel artikel en DJP bespreking)
- An, J.-Y. et al. Genome-wide de novo risk score implicates promoter variation in autism spectrum disorder. (Origineel ; DJP)
- Rajarajan, P. et al. Neuron-specific signatures in the chromosomal connectome associated with schizophrenia risk. (Origineel ; DJP)
- Amiri, A. et al. Transcriptome and epigenome landscape of human cortical development modeled in organoids. (Origineel ; DJP)
- Gandal, M. J. et al. Transcriptome-wide isoform-level dysregulation in ASD, schizophrenia, and bipolar disorder. (Origineel ; DJP)
- Zhu, Y. et al. Spatiotemporal transcriptomic divergence across human and macaque brain development. (Origineel ; DJP)
- Wang, D. et al. Comprehensive functional genomic resource and integrative model for the human brain. (Origineel ; DJP)
- Li, M. et al. Integrative functional genomic analysis of human brain development and neuropsychiatric risks. (Origineel ; DJP)