Als jonge psychiaters zijn wij altijd blij als de psychiatrie positief in het nieuws komt. Maar regelmatig staat het schaamrood ons op de kaken als we de ongefundeerde en polariserende uitspraken van collega’s lezen, waarop gekrenkte beroepsbroeders zich haasten om hier vervolgens – ook weer publiekelijk – iets van te vinden. Dat is koren op de molen van de media en laat een verdeelde beroepsgroep zien die zijn vetes in het publieke domein uitvecht. Wij denken dat onze betweterige adviezen jullie nog beter in staat stellen om onze beroepsgroep met passie en trots te vertegenwoordigen. Tien tips om een zinloze publieke loopgravenoorlog te vermijden en een vruchtbaar (en fel) discours te stimuleren.
- Zeg vaker nee
Denk na voordat je ‘ja’ zegt: wat is je doel? Nog een extra filmpje of foto, meer likes op Twitter, of gaat het verder dan dat? Bij twijfel: zeg nee, je agenda wordt er lekker opgeruimd van. Je hebt nog zoveel andere leuke dingen te doen in dit leven!
- Denk na over de gevolgen voor de beroepsgroep
Lekker kritisch mag hoor, we zijn wel wat gewend. Maar: zou het zo kunnen zijn dat we door jouw uitspraken in de media een verdeeld zooitje lijken, dat we er qua imago bekaaid vanaf komen, of dat onze positie in de ggz er nog slechter op wordt? Dan liever niet doen.
- Neem jezelf niet te serieus
Relativeer gerust, lach een paar keer om jezelf na een serie visionaire uitspraken, en realiseer je dat over tien, twintig jaar waarschijnlijk niemand meer over je praat. Je uitspraken snijden vast wel hout, maar zijn ook geboren om te sterven in vergetelheid.
- Proefballonnetjes via de media lanceren? Niet doen!
Heb je een idee over een nieuwe aandoening, denk je dat een aandoening niet (meer) bestaat, ben je van mening dat het brein nergens voor nodig is of heb je een visie op hoe je de ggz radicaal kunt transformeren? Heel goed! Nieuwe, frisse ideeën hebben we hard nodig. Maar bespreek ze eerst even intern. We hebben binnenkort weer een prachtig Voorjaarscongres, er is dit mooie blad en er is een actieve vereniging waar je je kunt ‘verenigen’. Misschien krijg je dan wat minder aandacht van het grote publiek, maar je bereikt dan wel diegenen die het echt moeten horen en vervolgens waarschijnlijk ook moeten (uit)dragen.
- Val elkaar eens bij in plaats van af
Ooit wel eens twee KNO-artsen driftig furieuze brieven naar elkaar zien schrijven via een nationale krant? Nee. Je kent dus waarschijnlijk geen prominente KNO-artsen, maar dat doet niks af aan hun belang en ideeën. Steun elkaar. Door dik en dun. We zijn toch één beroepsgroep?
- Stuur een mediaverzoek eens door naar een andere enthousiaste collega
Het scheelt jou tijd, en wat nieuwe gezichten in de media zorgen voor een frisse uitstraling.
7. Reageer niet impulsief of vanuit boosheid
Domme uitspraken hoeft niemand te accepteren. Maar om met boosheid ten strijde te trekken via de (sociale) media is net zo dom en zaait verdeeldheid. Bel elkaar gewoon even op: ‘Hoi (vul naam van de boosdoener in), alles goed? Wat je nu zei in de krant, ik kan daar niet overuit, zullen we eens een kopje koffie drinken om dat te bespreken?’
- Praat alleen ergens over als je er genoeg vanaf weet
‘Ach ja, ik heb daar ook over gelezen, daar kan ik vast wel iets over zeggen.’ Nee. ‘Ach die kleine cijfertjes, dat snapt toch niemand.’ Nee. Onderbouw wat je zegt met cijfers. Heb je een mening over iets wat niets met je beroep te maken heeft? Laat je titel psychiater dan weg.
- Doe een reality check
Praat met je collegae over de boodschap die je hebt. Vraag om kritiek en tegenovergestelde meningen. Zo test je jezelf, hoor je welke kritiek je kunt verwachten en ontstaat nuance. Nu is nuance misschien niet sexy in de media, maar we zijn er potjandikkie niet (alleen maar) om sexy over te komen!
10. Tot slot: laat je niet ontmoedigen
Ja, jij, mediapsychiater: we zijn trots op je, ga zo door en laat onze stem in de media horen. Maar graag minder op oorlogspad en meer genuanceerd en onderbouwd. Zo komen we verder, dragen we bij aan het debat en laten we zien hoe geweldig ons vak is. En heb jij toch nog de aandacht.
Disclaimer: De auteurs zijn misschien ook wel te vaak in de media geweest en beloven plechtig dat ze vaker nee zullen zeggen, en als ze toch ja zeggen, dat ze dan bovenstaande tips serieus zullen nemen en daarna hun eigenbelang gewoon zullen laten prevaleren.
Deze column is eerder gepubliceerd in De Psychiater nr. 7 van 2018