Na een lange opname was het tijd voor een patiënt op mijn afdeling om met ontslag te gaan. Het is standaard dat iemand na het ontslag, zeker als het herstel nog pril is, bezocht wordt door het ambulante team.
Tijdens het beeldbellen betrok het gezicht van de medewerker van het ambulante team, en hij zei: ‘Oeee, huisbezoek… Da’s lastig… Corona hè?’
O ja, Corona. Natuurlijk kon de patiënt niet bezocht worden, want er golden sinds kort strenge Coronamaatregelen.
Een collega vertelde me een dag later over een vriendin, die een chemokuur onderging voor borstkanker. Het ziekenhuis had die vriendin opgebeld, met de wrange boodschap dat de chemo uitgesteld moest worden. Het speet hen heel erg, maar ja, Corona hè?
Iemand uit mijn omgeving had pijn op de borst, en ging daarvoor naar de huisartsenpost. Even later bevond ze zich op de eerste harthulp en werd ze opgeslokt door het ziekenhuis; per acuut in een bastion waar ze voorlopig niet meer uit mocht. Vrij snel werd haar daar de diagnose medegedeeld: ze had een hartinfarct doorgemaakt. Een vrij schokkende ervaring, lijkt mij. Niemand mocht haar bezoeken, een week lang zat ze daar, moederziel alleen. Want ja; Corona.
De Coronacrisis is zo allesoverstijgend dat alles ervoor moet wijken. Alles. Corona is een vrijwel heilige ziekte geworden, waardoor andere aandoeningen uit zwang zijn geraakt.
Dat evenementen en leuke dingen niet meer doorgaan door de Coronacrisis – ja daar kan ook een hele discussie aan gewijd worden – is nog tot daar aan toe. Maar dat noodzakelijke gezondheidszorg door alleen maar het Coronacodewoord uit te spreken niet meer uitgevoerd wordt, lijkt me toch zeer onwenselijk. Want ja, de doden en ellende die dat uitstel en afstel tot gevolg hebben, zijn toch een stuk minder zichtbaar dan dat alles waarmee we nu door de media zo omzwachteld worden.
Want ja… Corona hè?’