Afgelopen voorjaarscongres was er tijdens het plenaire debat over de identiteit van de psychiater veel aandacht voor de positie van de psychiater in de medische zorg. In het debat – en ook vaak op de werkvloer – vergelijken we onszelf voortdurend met andere medisch specialisten. In die vergelijking gaan we vooral in op de overeenkomsten en willen graag gezien worden als échte medisch specialisten. Echter, omdat we zo’n bijzondere positie hebben in de medische zorg, zien zorgverzekeraars vaak niet dat psychiaters medisch specialisten zijn, want ‘ze werken niet in een ziekenhuis’. Ik geef toe, van dat misverstand word ik moe en kan me goed voorstellen dat veel psychiaters hier heel moe van worden. Want we zijn medisch specialisten. En daar gaan we prat op.
Natuurlijk, we zijn medisch specialisten, maar ik heb geleerd dat als je dat zo hard moet roepen, dan is er íets in ons wat zich geen medisch specialist voelt. Waar rook is, is vuur. Vergelijk het met iemand met stemmingswisselingen die woedend schreeuwt: ‘ik ben helemaal niet boos’.
Ik denk dat het klopt. Psychiaters behandelen patiënten anders dan somatici; in tegenstelling tot veel medisch specialisten hebben we de tijd om wél met patiënten te praten, simpelweg omdat het immers over de patiënten zelf gaat, en niet over afwijkingen aan hun huid, hart of oksel. Bovendien is het hebben van een gesprek met onze patiënten paramount om tot een diagnose te komen.
Waarom zijn we dan niet trots op dat anders zijn? Waarom dragen we niet uit dat we anders zijn, en dat we daarom niet vergeleken dienen te worden met onze somatische collegae? We kunnen namelijk méér. We hebben geduld, nemen de tijd, denken veel en hard na over psychiatrische én somatische problematiek en hebben allerlei theoretische en neurobiologische modellen die het gedrag van onze patiënten zouden kunnen verklaren. We hebben daarom veel meer te bieden dan een simpele somaticus. Bovendien, ik moet er niet aan denken om ook maar 1 dag met een somaticus te ruilen. Steeds maar weer dezelfde suikerziekte behandelen, dezelfde operatie uit te voeren, of weer een x-thorax te moeten beoordelen omdat de aanvragend arts bang is dat hij iets mist. Verschrikkelijk. In die ondraaglijke saaiheid kan het niet anders dat je ofwel levensmoe wordt, ofwel de leegte probeert op te vullen met heel veel geld verdienen.
Psychiaters hebben daar gelukkig geen last van. Ze stuiten op wezenlijke problematiek; doods- en levensangst, verloren realiteitsbesef, levensmoeheid, hysterie of oneindige twijfelzucht. Fantastische fenomenologie waar je niet op uitgekeken kan raken omdat het zich keer op keer weer in een andere gedaante presenteert. Stop daarom met het benadrukken van ons medisch specialist zijn. Het is hetzelfde als een kunstenaar verplichten om een 9-tot-5 kantoorbaan te nemen. Want we zijn anders, en dat anders-zijn zouden we moeten omarmen.