Afgelopen voorjaarscongres liet De Jonge Psychiater zich van haar sportieve kant zien. Zo’n veertig collega’s renden op flink tempo door een zonnig Maastricht en haalden een mooi bedrag op van ruim 4,5 duizend euro voor Stichting Zelfbeschadiging. Wat doet deze stichting allemaal? We vroegen het aan Iris en Jeanny, beide actieve leden van Stichting Zelfbeschadiging.
Even voorstellen
Iris is 28 jaar oud, onlangs afgestudeerd als orthopedagoog en beheerder van het forum van Stichting Zelfbeschadiging. Het forum is ook de plek waar zij zelf, ruim tien jaar geleden, als lotgenoot betrokken raakte bij de stichting. Jeanny, 63 jaar oud, is betrokken geraakt als naaste, via haar dochter. Zij werkt op het kantoor van de stichting in de Utrechtse binnenstad. Iris: “Alle leden van de stichting zijn vrijwilligers, dus we doen onze werkzaamheden naast ‘het gewone leven,’ bijvoorbeeld werk, opleiding en/of therapie. De meesten hebben zelf of via een naaste te maken gehad met zelfbeschadiging.”
Iris (28), orthopedagoog en forumbeheerder.
Kunnen jullie iets vertellen over de activiteiten van Stichting Zelfbeschadiging?
Jeanny: “Wij zijn er voor lotgenoten en naasten. Zo organiseren wij lotgenoten- en naastenbijeenkomsten en geven we advies. Bij mij op het kantoor komen de telefoontjes en mails binnen. Wij worden bijvoorbeeld gebeld door bezorgde ouders wiens kind zichzelf beschadigt. Vaak is de eerste vraag: ‘Hoe kan ik het stoppen?’ Maar je kunt het als ouder niet stoppen, en die moeilijkheid moeten we het juist met ze bespreken.”
Jeanny (63) werkt op het kantoor van de stichting.
Wat zeggen jullie dan tegen die ouders?
Jeanny: “Wij ondersteunen ouders om in rustiger vaarwater te komen en stimuleren acceptatie. Ouders voelen schaamte en schuldgevoel. En ze zijn gekwetst dat hun kind hen niet eerder in vertrouwen nam. Het kan helpen om uit te leggen dat ouders het juist vaak als laatste horen, omdat hun kind hen geen pijn wil doen.” Iris: “We zien zelfbeschadiging als copingstrategie; een symptoom dat tot uiting komt wanneer draaglast en draagkracht uit balans zijn en je geen andere mechanismen hebt om je emoties te reguleren. Als je er iets aan wilt doen, kun je het beste aandacht hebben voor de onderliggende problemen.”
Met wie hebben jullie nog meer contact?
Jeanny: “We worden regelmatig gebeld door leerkrachten, die advies vragen over een leerling die zichzelf beschadigt. De laatste tijd gaat het steeds vaker over jongere kinderen, soms zelfs uit groep acht. Daarnaast krijgen we vragen van zorgverleners in en buiten de GGZ, zoals maatschappelijk werkers, social workers, of een revalidatiearts.”
Voor wie is het forum van Stichting Zelfbeschadiging bedoeld?
Iris: “Op het forum zijn vooral lotgenoten actief: leden die zelf te maken hebben (gehad) met zelfbeschadiging. Het is een plek om met gelijkgestemden te praten. Toen ik zelf als zestienjarige op het forum kwam, vond ik het fijn om steun en begrip te krijgen van mensen die niet dachten dat ik gek was. Dit hielp mij in mijn zoektocht om ermee om te gaan en om te erkennen dat ik hulp nodig had. Naasten kunnen terecht op een eigen deel van het forum.”
Hoe reguleren jullie het forum?
Iris: “We hebben afspraken over ‘triggers’. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om specifieke details te beschrijven van een wond, zoals afmetingen of hoeveel hechtingen er nodig waren. Dit om te voorkomen dat lotgenoten zich aan elkaar gaan meten. Erg jonge kinderen laten we soms niet toe op het forum.”
Op jullie website staat dat jullie ook onderwijs en voorlichtingen geven.
Jeanny: “Dat klopt. Wij verzorgen elk jaar lessen voor verschillende opleidingen, bijvoorbeeld voor verpleegkundig specialisten. Ook geven we gastlessen, bijvoorbeeld op de SEH of tijdens een teamdag van een GGZ-afdeling. Daarnaast presenteren we op congressen.” Iris: “Er leeft veel rond het thema zelfbeschadiging. Zorgverleners vinden de interactie met ervaringsdeskundigen waardevol.”
Hoe zien jullie de toekomst?
Iris: “Wij hopen dat zelfbeschadiging een vast onderdeel wordt binnen de opleiding van alle zorgverleners die ermee te maken krijgen. Een actueel onderwerp is de voorlichting op scholen. Wij worden steeds vaker gevraagd voor schoolprojecten en we zouden hier meer mee willen doen, maar we hebben niet voldoende capaciteit om dit allemaal te kunnen bieden.” Jeanny: “Ook is er volop discussie over hoe om te gaan met voorlichting aan jonge kinderen. Zij kunnen zeer beïnvloedbaar zijn.” Iris: “Aan zelfbeschadiging gaat een hoop vooraf. Je zou voorlichting ook kunnen richten op sociale vaardigheden en emoties reguleren.”
Wat een hoop activiteiten! Wat willen jullie ons als lezers van De Jonge Psychiater meegeven? En hoe zouden wij kunnen bijdragen, behalve rondjes rennen door Maastricht?
Jeanny: “Weet dat wij bestaan en dat je cliënten en naasten altijd naar ons kunt verwijzen. Wij ondersteunen en informeren, maar we blijven buiten de behandeling.’’ Iris: “In het stichtingsbestuur is ruimte voor een psychiater of andere zorgverlener. Het is niet noodzakelijk om in je privéleven ervaring te hebben met zelfbeschadiging, betrokkenheid via werk mag ook.” Jeanny: “Ook in onze brainstormgroep over zelfbeschadiging bij jonge kinderen is een betrokken zorgverlener welkom. Geïnteresseerden kunnen contact met ons opnemen via mail of telefoon.”
Zie voor meer informatie ook: https://www.zelfbeschadiging.nl/.